Aangrijpend oorlogsverhaal in voormalige huissynagoge

Foto: WinsumNieuws

Voor het perceel Westerstraat 21 staat een groepje mensen, een aantal draagt een badge met “Open Joodse huizen”. De belangstelling om de voormalige huissynagoge te bezoeken blijkt zó groot dat bezoekers wordt geadviseerd om later terug te komen.

De voordeur verraadt dat het huis zo authentiek mogelijk is gebleven, de hal bevestigt dat: een fraai oud inbouwkastje met glazen deurtjes, lambrisering, houten vloer en een gebogen, half rond kozijn, zijn de opmaat naar een verdiepte kamer met uitzicht op het rustig kabbelende water van het Winsumerdiep.

Vanuit die kamer klinkt een vriendelijke, maar toch ook geëmotioneerde stem. Een kijkje in de kamer geeft zicht op een 25-tal mensen, meest ouderen, die hutjemutje op stoelen langs de wanden zitten, in een kring om de man met de vriendelijke stem, de heer Herman Knorringa. Naast hem staat William Moorlag, de bewoner. Verder valt me een keurige oude dame op met natuurlijk een keurig-oude-dame-hoedje en dito damestas op schoot.

De aanwezigen luisteren aandachtig naar de verhalen van Herman Knorringa, die vertelt over zijn moeder Betje Knorringa-de Vries, de jongste dochter van rebbe De Vries, die met haar broers Samuel en Koos en zusters Essie en Roosje in het huizenrijtje schuin aan de overkant, naast de Obergumerkerk woonden. Verder vertelt heer Knorringa over zijn ome Koos die in 1942 naar een werkkamp moest.

20160504_132935

“Toen er tien Joodse mannen in Winsum woonden, mochten er diensten gehouden worden. Natuurlijk was er niet direct een synagoge en daarom fungeerde deze woning van 1834-1878 als huissynagoge,” vertelt Knorringa.

Uw verslaggever droomt onder de vriendelijke stem even terug in de tijd en ziet de aanwezigen naar het oosten toe bidden, naar de plaats in Jeruzalem waar ooit de Tempel stond. Hij ziet de Torarollen, de Aron Hakodesj, met prachtige afbeeldingen. Hij hoort de voorzanger die vanachter het Almemmor het onderricht leidt in het schijnsel van de altijd brandende lamp; een eeuwig licht, zoals het ook in de Tempel brandde.

“We konden naar Amerika,” vertelt Knorringa, “maar moeder besloot om bij de familie te blijven; we zouden het allemaal wel zien. Het heeft uiteindelijk geleid tot bijna-uitroeiing van de Knorringa-stam. Gelukkig heb ik een kleinzoon die de naam verder draagt.

Hier in deze buurt woonden veel Joodse gezinnen, er mocht een synagoge gebouwd worden en dat trok meer gezinnen deze kant op. Het waren vooral veehouders, rituele slagers, vleeshandelaren en winkeliers. In de oorlog moesten de mannen naar werkkampen, de overige mensen moesten zich op het station verzamelen en werden afgevoerd naar Westerbork. Dat betekende het einde van de Joodse gemeenschap.

Na de oorlog werd er nauwelijks gesproken over de afschuwelijkheden; mannen huilden niet en er was nog veel onzekerheid over wie er nog in leven waren. Pas nadat het Rode Kruis veel duidelijkheid had verschaft werd duidelijk wat zich allemaal had afgespeeld. Door plaatsen te bezoeken of mensen te treffen vallen de puzzelstukjes nog steeds in elkaar. Ik vind het dan ook hartverwarmend dat er zoveel mensen deze dag bezoeken, daar ben ik dankbaar voor.”

Eén van de aanwezigen, de heer Pettinga, kent de verhalen; hij was er zelf bij en weet te vertellen dat bij de verwoesting van de Boog, waar veel te veel explosieven voor werden gebruikt, dit huis zwaar beschadigd werd, maar “de radio deed het nog” wist hij zich te herinneren.

Ik vroeg aan de heer Knorringa wat deze dag met hem deed: “Het geeft me een gevoel van sympathie, van medeleven. Medeleven van de oud-buren, de mensen uit Winsum met het verdwijnen van een groep mensen die een leegte heeft achtergelaten, een leegte waar ze zich bewust van zijn en die nooit opgevuld zal worden.”

Het was een prachtige en goede bijeenkomst in de voormalige huissynagoge. Vanavond herdenken we, het is zo belangrijk dat we de herinneringen levend houden. Het was mooi om aanwezig te mogen zijn, geroerd verliet ik de Westerstraat 21, maar niet voordat ik de keurig-oude-dame met het keurig-oude-dame-hoedje de hand had geschud.

Tekst: Cees van de Meent

Cookieinstellingen