De grote veehouderij gevat in kleine schetsen

Foto: Kees Willemen

Bert de Vries uit Winsum was vorig jaar 35 jaar in dienst van de coöperatieve veeverbeteringsorganisatie CRV. Hij schreef wel eens stukjes over zijn werk. En in zijn naaste omgeving vond men dat wel heel leuke stukjes. Dat is niet zo bijzonder, er zijn op dit moment minstens 100.000 Nederlanders die stukjes schrijven – zelfs hele boeken – die voornamelijk door personen uit hun directe omgeving worden gewaardeerd. De Vries bundelde de stukjes en dat is een heel opmerkelijke verzameling geworden.

De stukjes van de Vries laten zich lezen als ’petite histoire’, kleine, persoonlijk geschreven fragmentjes over de ontwikkeling in de veeteelt in noordelijk Nederland. Als leek herinner ik me nog dat begin jaren tachtig een bedrijf met 60 koeien groot was. Er was een KI station aan de Onderdendamsterweg in Winsum en aan de Schouwerzijlsterweg stond de ruïne van het slachthuis. De veehouderij kreeg het melkquotum over zich heen om de omvang van de melkplas te verminderen. Concentratie, samenvoeging, stijging van de kwaliteit en kwantiteit van de opbrengst per koe, de introductie van de melkrobot die mega bedrijven mogelijk maakte. De MKZ-crisis van 2001. Bert de Vries was erbij en zag in het klein als medewerker van een service-organisatie voor de boeren.

Er staan heel sterke verhalen in, die de tijdgeest uitstekend typeren. Na zijn militaire dienst solliciteerde hij bij Veehouderijbelangen Winsum. De sollicitatiecommissie bestond uit het complete bestuur, allemaal veehouders, en twee heren van kantoor: ‘’ Het werd een uniek gesprek. De vragen kwamen van alle kanten en het ging van de hak op de tak. (…) Na het gesprek liep ik samen met een van de heren naar buiten, want ik was de laatste van de drie kandidaten. Hij zei toen direct al dat ik rustig kon zijn. Ik had een goede indruk achtergelaten. Later op de avond werd ik gebeld door de voorzitter en hij vertelde me dat ik de volgende week kon beginnen.’ Een sollicitatiecommissie met zeven heren. Dat was nog eens wat anders dan de hedendaagse sollicitatie, met de human-resource manager die zich over het competentieprofiel buigt. De Vries werd schetser, tekeningen maken van pas geboren kalveren waar hun uiterlijke kenmerken mee werden vastgelegd. Dat is van belang om een database aan te leggen voor de fokresultaten. Op een bepaald moment gingen enkele boeren en handelaren op veilingen in Duitsland koeien opkopen: ‘In Winsum kocht een veehandelaar regelmatig een vrachtwagencombinatie vol koeien en deze werden dan gestald op het oude KI station in Winsum. Ik kreeg van hem een berichtje als ze er bijna waren. De importdieren leken wel roofgoed, boeren van heinde en verre waren al vóór de koeien aanwezig om zo de eerste keus te hebben.’ Daar staat de schetser dan tussen. Later werd het schetsen afgeschaft en werden de beesten van de gele oormerken voorzien.

Bert de Vries.

Hilarische situaties maakte hij mee. Een boer had een schuur met een zolder van beton die hij voor het jonge vee gebruikte. De kalfjes werden met de takel omhoog gehesen en verbleven daar op de eerste etage tot het voorjaar. Er was een trap omhoog die doorgaans met een ketting vast zat. En éen keer was dat niet zo. Bert de Vries donderde naar beneden en brak een arm.

Waren de Fries-Hollandse koeien decennia lang befaamd vanwege de melk- en vlees productie. Sperma van deze stieren werd volop geëxporteerd. In de VS maakte de koe met méér melkproductie en mindere samenstelling van de melk een enorme opmars door.. Deze Holstein-Friesian koe leidde een omwenteling in Nederland in. Om de achterstand in te halen werd er in de eerste jaren vanaf 1975 sperma geïmporteerd uit de VS, Canada en Duitsland. In Nederland maakte de stier Skalsumer Sunny Boy furore. ‘Vijf jaar lang was hij de meest gebruikte stier in Nederland. Alles werd uit de kast gehaald om hem optimaal te benutten. Er werden embryo’s gewonnen en er werd vers sperma gewonnen. Dit werd zelfs met helikopters over Nederland verspreid om zo de klanten zo goed mogelijk te kunnen bedienen en natuurlijk om omzet te maken (Sunny Boy heeft ruim 50 miljoen euro voor VCR Delta verdiend).’ Zo, dat stiertje leverde wel wat op.  Lees ook het verhaal over de Firma Veenboer in Zuurdijk. Herman en Jan hadden een duidelijke visie op de fokkerij: ‘Hun credo was: groot, groter, groots. Hoe groter de koe, hoe beter.’ Jaarlijks trokken ze met hun Amerikaanse slee en hun karakteristieke cowboyhoeden op naar Duitsland op zoek naar een zo groot mogelijke stier; ‘Dat de mannen er kijk op hadden, was wel duidelijk. Ze wisten een enorme melkplas uit de koeien te halen. Dat de vet- en eiwitgehalten erg laag waren, boeide hen niet.’

Het beroep van De Vries veranderde mee met de veranderingen in de veehouderij. De man die schetsen van kalfjes maakte, werd ook fokadviseur, überhaupt luisterend oor voor de boer. Het schetsmateriaal werd vervangen door de digitalisering van de koe en uiteindelijk wordt er van kalveren een paar haartjes verzameld om het DNA-0profiel te bepalen. Wat krijgt een kalf mee van de vader en de moeder? En hoe maak je gerichte fokkeuzes met deze gegevens.

Aparte aandacht verdienen de illustraties bij de stukjes van de hand van Kees Willemen uit Onderdendam. Deze éminence-grisé van het Nederlandse illustratorsgilde, heeft de inhoud en de sfeer van de stukken van De Vries uitstekend vastgelegd in zijn zo typerend stijl.

Tekst: Berto Merx

Bert de Vries: De boer op. Verhalen van onderweg. Uitgegeven in eigen beheer. Prijs 10 euro. Bestellen: mail naar Vriesde3@home De opbrengst van het boek wordt gedoneeerd aan de Stichting Hartekind

 

 

Cookieinstellingen