Financiële tips en adviezen op WinsumNieuws

Foto: HogelandNieuws

Roel Venema van Veldman & Van Dijk te Leens geeft maandelijks financiële tips en adviezen op WinsumNieuws. Doe uw voordeel er mee!!

DE ‘UPS-AND-DOWNS” VAN HET BELASTINGPLAN 2019

Tarief VPB omlaag
Het tarief van de vennootschapsbelasting gaat vanaf 2019 in drie jaarlijkse stappen omlaag. Vanaf 2019 wordt de eerste schijf 19% en de tweede 25%. Vanaf 2020 dalen de tarieven naar 16,5% resp. 22,5%, en in 2021 naar 16% resp. 20,5%.

Lage BTW omhoog
Het kabinet wil met ingang van 2019 het lage BTW tarief verhogen van 6% naar 9%. Het advies is goed voor te sorteren op deze maatregel die invloed heeft op uw administratie, de prijzen van uw goederen en diensten, uw facturen en de BTW-aangifte.
Houd er rekening mee dat u in offertes die u nog dit jaar opstel voor goederen en diensten die u in 2019 levert, het lage BTW-tarief op 9% stelt.

Tarief box 2 omhoog
Het tarief in box 2 wordt vanaf 2020 verhoogd met een gelijkmatige verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting. In 2020 gaat het belastingtarief op winst uit aandelen van 25% naar 26,25%, in 2021 van 26,25% naar 26,90%. Dit geldt alleen als u inkomsten uit aanmerkelijk belang heeft, d.w.z. als u meer dan 5% van de aandelen van een vennootschap bezit. Deze correctie van het box 2-tarief moet de belastingdruk voor verschillende ondernemingsvormen in evenwicht houden.

Opknapbeurt KOR
De kleineondernemersregeling (KOR) krijgt per 1 januari 2020 een opknapbeurt. Als u jaarlijks onder de omzetgrens van € 20.000 blijft, kunt u vanaf 1 januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van de BTW. De nieuwe KOR is minder complex en gaat ook gelden voor stichtingen en verenigingen.

HYPOTHEEKRENTEAFTREK VERSNEL OMLAAG

De hypotheekrenteaftrek gaat vanaf 2020 in vier stappen versneld omlaag, met 3 procentpunt per jaar. De maatregel moet huiseigenaren stimuleren om hun hypotheek om hun hypotheek sneller af te lossen. Met de maatregel wordt de hypotheekrenteaftrek in vier jaar tijd afgebouwd naar 37,05% in 2023, het laagste belastingtarief. Voor dit jaar is het maximale tarief nog 49,5% (2019: 49%). De maatregel was al aangekondigd in het regeerakkoord en raakt huiseigenaren in de hoogste belastingschijf (inkomen boven € 68.507). Voor iemand met € 5.000 hypotheekrenteaftrek per jaar en meer dan € 68.507 inkomen scheelt dit vanaf 2020 ruim € 100, oplopend tot € 500 minder hypotheekrenteaftrek.

Eigenwoningforfait
De maatregel moet ‘budgetneutraal’ uitpakken voor huiseigenaren. De beperking van de aftrek wordt gecompenseerd via een verlaging van het eigenwoningforfait. Dit is een bedrag dat u bij uw inkomen moet optellen. Het eigenwoningforfait is een percentage van de WOZ-waarde van de eerste woning. Voor woningen met een WOZ-waarde tussen de € 75.000 en € 1.060.000 daalt het eigenwoningforfait van 0,7% in 2018 naar 0,65% in 2019. Daarna wordt het forfait in drie stappen van elk 0,05%-punt in 2020, 2021 en 2023 verder verlaagd, tot uiteindelijk 0,45% (bij een WOZ-waarde tussen de € 75.000 en € 1.060.000).

Wet-Hillen
De zogenoemde Hillen-aftrek voor huiseigenaren met een geringe eigenwoningschuld wordt vanaf 2019 in dertig jaar stapsgewijs afgebouwd naar nul.

ZELFSTANDIGEN ZIEN BRUTO-UURVERGOEDING SNEL STIJGEN

Zelfstandigen voelen de klappen van de economie harder, maar profiteren ook sterker van economische groei. Een jaar na de crisis van 2008 daalde de beloning voor zelfstandigen met 5%. En in 2012 kreeg het inkomen van zelfstandigen opnieuw een forse klap. De laatste drie jaar is sprake van een forse inhaalslag ten opzichte van werknemers. Desondanks verdient een werknemer in loondienst gemiddeld maar liefst € 9 per uur meer dan een zelfstandige.

Gemiddelde beloning per gewerkt uur:
– Zelfstandige € 25,87
– Werknemer € 34,87

(bron: ING Economisch Bureau, CBS)

CHECKLIST: VERGOEDING REISKOSTEN MET EIGEN VERVOER

1. Zakelijke kilometers
Voor woon-werkverkeer met eigen vervoer geldt een onbelaste vergoeding van maximaal € 0,19 per km. Het gaat hierbij om reizen met een eigen auto, motor of fiets, maar ook te voet.

2. Vaste vergoeding
U mag ook een vaste, onbelaste vergoeding geven (gerichte vrijstelling). De belastingdienst staat twee methoden toe om de hoogte van de vergoeding te bepalen. Uw NOAB-kantoor kan u hierin adviseren.

3. Parkeergeld e.d.
Extra vergoeding bovenop de € 0,19 per kilometer, zoals vergoedingen voor parkeer- en tolgelden of voor reparaties aan de auto zijn loon.

4. Hogere vergoeding
Vergoedt u een hoger bedrag dan € 0,19 per km, dan telt alles boven de € 0,19 als loon. U mag deze extra vergoeding aanwijzen als eindheffingsloon in de werkkostenregeling. Dit bedrag houdt u niet in op het loon van uw werknemer, maar komt voor uw rekening.

5. Variabele vergoeding
Bij variabele km-vergoedingen rekent u aan het eind van het kalenderjaar of bij het einde van het dienstverband het gemiddelde bedrag uit. Is dit hoger dan € 0,19 per km, dan geldt de extra vergoeding als loon (zie hiervoor).

 

Cookieinstellingen