De cijfers, de vroegere resultaten van de verkiezingen: eerder succes biedt geen garantie

Foto: Last Man Standing

Hoe deden ze het? De politieke partijen die morgen naar ons aller gunst dingen. Altijd aardig om te zien hoe ze het in de vorige verkiezingen deden.

De cijferbrij overziend, is er de eerste vraag: Wat gaan de 3040 kiezers doen die vorig jaar voor de verkiezingen van de Tweede Kamer op de PVV van Geert Wilders stemden? Dat waren er ruim 1100 in Eemsmond, een slordige 800 in De Marne. Is het een deel van het kiezersvolk dat thuis zal blijven omdat men in de huidige partijen niets ziet of zullen ze een ‘ondanks-stem’ uitbrengen? Verkiezingsonderzoeken hebben duidelijk gemaakt dat de herkomst van deze kiezers over alle partijen is verdeeld. En ook leert onderzoek dat een kiezer die bij een partij is weggelopen, zeer moeizaam de weg terug vindt naar de oude partij.

Anne Marie Smits (GL) en Stefan van Keijzerswaard (VVD).

De tweede kwestie is het stemgedrag van de Afscheiders, aan de andere oever van het Reitdiep. We hebben de resultaten van de stembureaus van Garnwerd en Ezinge niet eruit gerekend. De aantallen zijn zo marginaal dat ze nauwelijks effect op het totale beeld hebben. We vergelijken de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014 en die van de landelijke verkiezingen van 15 maart 2017. Dat doen we om de eenvoudige reden dat er lijstrekkers zijn die rekenen en/of hopen op een landelijk effect ten positieve. En/of stilletjes vrezen dat een landelijk effect zich niet voordoet.  We geven de absolute cijfers omdat de percentages vertekend werken naar gelang de grote van de oude gemeente. De cijferbrij is saai opgeschreven omdat we – socioloog ofzoiets zijnde – geen opleukertjes in het stuk zetten omdat we alleen met feiten bezig zijn (vandaar dat hele goede sociologie-boeken zo saai zijn).

Bernd de Jong (CU) en Kristel Rutgers (CDA).

We beginnen met de partijen die in 2014 alleen lokaal uitkwamen: de GemeenteBelangen, de SP, D’66 en – voor het gemak – Lokaal Centraal. D’66 deed in 2014 alleen in Eemsmond en Bedum mee en haalde toen 982 stemmen. Drie jaar later pakte de partij in de vier gemeenten bij de landelijke verkiezingen 2752 uitgebrachte stembiljetten. Op grond van het landelijk effect zouden we bij D’66 een kleine verrassing kunnen verwachting.

De oude drie partijen GemeenteBelangen deden alleen aan de raadsverkiezing van 2014 mee. In Bedum behaalde men 1602 stemmen, in Eemsmond 2439 en in Winsum 1673. De vraag is wat het effect is, de uitstaling, van het politieke wangedrag van de GB’er in Bedum die hun zetels niet innamen en het gedoe binnen GB in Winsum. Zijn de kiezers van toen in Bedum en Winsum heftig gefrustreerd geraakt of is het hen met strijk en zet wel vergeven? In hoeverre is de nieuwe partij  GemeenteBelangen Hogeland in staat om deze kiezers opnieuw aan te spreken? En nieuwe kiezers te winnen?

De SP is een wat ander geval. Deze partij kwam in 2014 alleen in Eemsmond uit en haalde toen 1331 stemmen. Bij de landelijke verkiezingen drie jaar later waren dat in de vier gemeenten 4518 kiezers. Het landelijke effect kan men aflezen aan de twee uitslagen in Eemsmond. In 2014 1331, bij de landelijke verkiezing in Eemsmond 1667. Er lagen in Winsum vorig jaar een dikke duizend SP stemmen in de bus.

De witte raaf morgen is Hogeland Lokaal Centraal. Op dit moment twee zetels in de raad van Winsum. De partij is ontstaan uit de afsplitsingen van het CDA en GemeenteBelangen Winsum. Hier is geen trend waarneembaar.

Eltjo Dijkhuis (GB Hogeland) en Linda Visser (SP).

De partijen met een landelijke signatuur.  Voor de raadsverkiezingen van 2014 lag de opkomst rond de 65 procent met De Marne als uitschieter naar beneden (58). Voor die van 2017 lag de opkomst aanzienlijk hoger, ruim boven de 80 procent. Is er een landelijk effect waarneembaar. Jazeker. In 2017 kreeg de PvdA een fikse klap. Van 4203 in 2014 in de vier gemeenten naar 3032 in 2017 waarbij de meppen vooral in Bedum en De Marne werden uitgedeeld.

Het CDA haalde 4890 stemmen in 2014 en had vorig jaar 5861 stembiljetten in de bussen. De fikse uitschieters naar boven in de landelijke verkiezing zaten in Winsum en Eemsmond. Ook hier evident een landelijk effect merkbaar. De ChristenUnie was in 2014 goed voor 3601 stemmen. Drie jaar later was dat 3228. In alle vier de gemeenten geven de cijfers te zien dat de CU licht negatief beïnvloed wordt door het landelijke effect.

Jan Willem Nanninga (PvdA) en Rolf Prummel (D’66).

GroenLinks heeft een evident landelijk effect bij de kiezers. Voor de gemeenteraden van 2014 stemden 2091 kiezers op deze partij. Bij de landelijke stemronde van 2017 werd dat 3129.  Voor een deel is deze stijging te verklaren uit het feit dat GL in 2914 in Bedum niet meedeed en er drie jaar later landelijk 664 stemmen weghaalt, in Winsum en Eemsmond in 2017 stijgt en tegelijkertijd in de Marne verliest. Zal GL profiteren van het Jesse klaver-effect? Een verlies in De Marne van 930 naar 574 in het eerste jaar van Klaver-effect, het vraagt nadere analyse.

Een dik landelijk effect zien we bij de VVD. Haalde de partij in de vier gemeenten in 2014 2250 stemmen, bij de landelijke verkiezingen van 2017 liep dit op tot 4057. De grote klappers zaten in Bedum, Eemsmond en iets minder in Winsum.

Nico Werkman (Hogeland LC).

Wat gaat het morgenavond worden? De kiezer zal morgen spreken. Gaat hij of zij stemmen? De opkomst is voor sommige partijen voordeel of nadeel. Het weer kan invloed hebben. Maar toch, laten we ons laten leiden door emotie, koele berekening of gewoonte of gemakzucht. Laat het de dames en heren politici weten wat we willen.

Berto Merx

Cookieinstellingen