Nietszeggend rondetafelgesprek van de lijsttrekkers, daarna echte gesprekken met gesloten gordijnen

"Die uitslag, hoe voelt dat."
Foto: Berto Merx

HET HOGELAND – Het is dit weekend hard aanpoten voor de lijsttrekkers. Er worden gesprekken gevoerd onder auspiciën van GemeenteBelangen – de verpletterden winnaar van de verkiezingen – om een soort pré-informatie tot stand te brengen. Het zijn face-to-face bijeenkomsten om informeel de posities in te nemen, de pikketpaaltjes ongeveer aan te duiden voor de vorming van het college van B & W.  Dit vindt plaats met de gordijnen dicht. IJs en weder dienend moet de GB-lijsttrekker Eltjo Dijkhuis over deze gesprekken zo rond dinsdag een verslag naar buiten brengen.

De samenstelling van de onderhandelingsteams, zeg maar de kapiteins en de sergeanten, toont weinig verrassingen. Voor GemeenteBelangen zijn dat Eltjo Dijkhuis en Roelf Torringa. De VVD zet daar Stefan van Keijzerswaard en Adje Waal op. GroenLinks wordt aangevoerd door Marc Verschuren en Anne Marie Smits. Met Rinze Mook neemt de SP – naast Linda Visser en Sandra Herkströter – er nog een korporaal bij. Het CDA gaat met Kristel Rutgers en Kor Berghuis de onderhandelingen in. Voor de CU zijn dat Bernd de Jong en Harmannus Blok. Jan Willem Nanninga en Mariëtte de Visser bewaken de belangen van de PvdA-kiezers.

Het ChristenUnie smaldeel. Wethouder Harmannus Blok, tweede van links, volgt het gesprek intens.

Vrijdag mochten de kapiteins de eerste tekenen en signalen registreren van hoe hun tegenstanders of medestanders of de te verwaarlozen partijen in het veld treden. Er was een rondetafelgesprek in Het Hogeland College met de lijsttrekkers. Een rondetafelgesprek? Dat is uitgevonden door Koning Arthur om zwaar vertrouwelijk, diepgaand met zijn ridders te delibereren over wat er gebeuren moet (in de Middeleeuwen).

Het was eigenlijk een bijeenkomst waar niemand het achterste van z’n tong liet zien. Dat alles onder leiding van John Bijl die gespecialiseerd is in effectieve politieke communicatie. De eerste kwestie waar de lijsttrekkers zich over buigen moesten, was hoe ze de uitslag hadden beleefd. Voorzitter John Bijl vroeg het zo: “Als we terug kijken naar de uitslag, hoe voelt dat?” Hij kon zelf een lachje niet onderdrukken: “Het klinkt als die vraag die ze na de wedstrijd altijd aan sporters stellen.” Ja, met altijd navenant niks zeggende antwoorden van die sporters. Zou het hier dan beter gaan?

Winsumer wethouder Marc Verschuren, ook kandidaat wethouder voor straks voor GroenLinks.

Het mooiste antwoord kwam van Jan Willem Nanninga van de PvdA: “Ik heb twee marathons gelopen en ik bleef op 3.09 steken. Die negen seconden, daar ging het om. Vier zetels zat er in, de vijfde zetel was net als die 3 uur grens bij de marathon.”  Linda Visser van de SP: “De twee zetels hebben we realistisch ingeschat. Onze campagne stopt niet. De bevolking zal nog veel van ons horen.” Bernd de Jong van de CU had een klein treurtje: “We kwamen een paar stemmen tekort voor de vijfde zetel.” Kristel Rutgers van het CDA benadrukte: “We hebben alle kwaliteit gebruikt. De kiezer ziet dat en waardeert dat.” Anne Marie Smits van GL: “Ik ben jaloers op het netwerk waar andere partijen over beschikken.” Stefan van Keijzerswaard: “De kiezer heeft gesproken. De VVD is een regeringspartij met lastige dossiers en dat heeft ons wel parten gespeeld.” En Eltjo Dijkhuis: ”Het is gebleken dat we een mooie club hebben, allemaal mensen die midden in de samenleving staan. We zijn er vol voor gegaan en zien dat terug in de uitslag.” Eigenlijk kwam er niks nieuws op de tafel, keurige verantwoorde en te verwachten antwoorden. Net als sporters na de wedstrijd.

Het tweede onderwerp: De opkomst van 52 procent. Linda Visser had een scherp pijltje op de boog liggen: “Ik heb in de verkiezingscampagne heel vaak gehoord dat mensen tegen de herindeling zijn en daarom niet gaan stemmen. Er moet nog heel wat gebeuren voordat die niet-stemmers vertrouwen in de nieuwe gemeente krijgen.” Nanninga viel haar min of meer bij: “Mensen hebben het democratisch recht om niet te stemmen. Zo is dat.” De Jong: ”We willen dingen bereiken met elkaar. Het belang van de inwoners staat voorop en niemand is erbij gebaat als we rollebollen in de raad.” Hij verwees nog even naar het magazine dat de CU voor de verkiezingen had uitgebracht, maar hij werd in de rede gevallen door Dijkhuis: “Ja ja, daarin kunnen we lezen hoe je janhagel kunt maken.” Even een momentje van humor aan de tafel. Anne Marie Smits: “Ik heb voor het eerst in mijn leven geflyerd. Ik merk dat mensen het vertrouwen in de politiek verloren hebben. Met de nota Burgerkracht hoop ik dat mensen het gevoel krijgen dat ze meetellen.” Dijkhuis er meteen bovenop: “Ja hoor, een dik papier over burgerparticipatie dat geen mens gezien heeft, zo wordt het hem dus niet.” En de voorzitter zorgde er effectief voor dat alles heel rustig bleef.

Het SP-smaldeel: Sergeant Herkströter en afdelingsvoorzitter Jan Dresmé.

Nog een laatste rondje, over hoe verder. Nanninga wil dat de nieuwe raad iets te kiezen heeft: “Een raadsagenda waarmee we onderwerpen kunnen verdiepen en minder drijven op de waan van de dag. Kristel Rutgers herhaalde de CDA-mantra van netjes met elkaar omgaan: “Alle neuzen zo veel mogelijk dezelfde kant op en discussies op basis van feiten en met respect. Dat hoeft niet zacht te gaan, maar na afloop wel gezellig afsluiten.” Linda Visser: “Het nieuwe college van b & w heeft nog kilometers te maken met het aardgas-dossier. Als het geen vuist maakt voor de aardgasslachtoffers, dan zijn wij er gauw mee klaar. Ik ga er mee akkoord dat we dit weekend in besloten kring praten. Maar er kan geen sprake zijn van achterkamertjespolitiek.””

De voorzitter sloot af: “Soms is het heel donker, maar ik heb heel veel licht gezien.”  Er was heel veel licht, de lampen van de aula van Het Hogeland College zorgden voor uitstekende helderheid. Een van de deelnemers aan de tafel merkte op: “Wat een gedoe om niks. Had gewoon een burgemeester genomen die even afspraken had gemaakt over de eerste ronde gesprekken. Het is toch logisch dat GemeenteBelangen de aftrap doet. Zet mijn naam er maar niet bij.” Een van de sergeanten zei over de bijeenkomst: “Wat een overbodig gedoe. Maar ja, je moet er je gezicht laten zien.” Ook hier: “Geen naam graag, want we zitten in de fase dat je op je woorden moet letten, je woorden moet wegen.” Is dit effectieve politieke communicatie of gewoon een niet al te noodzakelijke bijeenkomst?

Berto Merx

Cookieinstellingen