Groningers willen betrokken worden bij besluitvorming over energieprojecten in hun omgeving

Foto: Archief HogelandNieuws

GRONINGEN _ De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) heeft onderzoek gedaan naar de mening van Groningers over energietransitie. In totaal hebben 1.142 inwoners van de provincie Groningen deelgenomen aan het onderzoek. Het overgrote deel is ervan overtuigd dat menselijk handelen een belangrijke oorzaak is van klimaatverandering, en dat klimaatverandering negatieve gevolgen zal hebben.

 De meeste deelnemers vinden het vervangen van fossiele brandstoffen door duurzame energie noodzakelijk om klimaatverandering tegen te gaan, en willen daar zelf aan bijdragen. Groningers willen ook graag betrokken worden bij de besluitvorming over energietransitie en projecten in hun omgeving.

 Onderzoekers dr. Goda Perlaviciute en dr. Lorenzo Squintani van de Faculteiten Gedrags- en Maatschappijwetenschappen en Rechtsgeleerdheid van de RUG hebben eind 2019 samen met studenten in alle Groningse gemeenten mensen benaderd met een vragenlijst. Goda Perlaviciute: “We streefden naar diversiteit in leeftijd, opleidingsniveau en inkomen. De 1.142 deelnemers vormen een goede afspiegeling van de bevolking in de provincie. We willen hen hartelijk bedanken voor hun deelname. De resultaten geven belangrijke inzichten in hoe men denkt over energietransitie in Groningen.”

 Meningen over klimaatverandering en energietransitie

Het overgrote deel van de deelnemers is ervan overtuigd dat klimaatverandering bestaat, dat menselijk handelen een belangrijke oorzaak is van klimaatverandering, en dat klimaatverandering negatieve gevolgen zal hebben. Een kleine minderheid  gelooft niet in klimaatverandering of in menselijke oorzaken, of verwacht niet dat klimaatverandering negatieve gevolgen zal hebben. Deelnemers zijn het grotendeels eens dat het vervangen van fossiele energie door niet-fossiele energiebronnen (zon, wind, aardwarmte) noodzakelijk is om klimaatverandering tegen te gaan. De meningen zijn meer verdeeld over of het mogelijk is om zo aan de energiebehoefte te voldoen. In het algemeen willen Groningers hun eigen energieverbruik verminderen en overstappen van fossiele naar schone energiebronnen. Maar mensen twijfelen ook of hun eigen besparingen en gebruik van duurzame energie invloed zal hebben op het tegengaan van klimaatverandering.

 Publieke acceptatie van duurzame energie
Groningers vinden hernieuwbare energie redelijk acceptabel. Dit geldt vooral voor zonnepanelen op daken, gevolgd door windmolens op zee, zonneparken, geothermie, biomassa, en in mindere mate windmolens op land. Kernenergie is gemiddeld genomen onacceptabel. Verder vindt men het verminderen van aardgasgebruik (in het algemeen en eigen gebruik) en vervangen van aardgas door niet-fossiele energie over het algemeen acceptabel.

 Windmolens op land

Deelnemers oordelen meest positief over de gevolgen van het opwekken van windenergie op land voor het klimaat en milieu en voor toekomstige generaties. Men oordeelt gemiddeld negatiever over lokale en/of persoonlijke gevolgen, zoals voor natuur en landschap, de waarde van huizen, en de aantrekkelijkheid van de woonomgeving. Groningers vinden windmolens acceptabeler op industrieterreinen of bij infrastructuur, en gemiddeld niet acceptabel bij dorpen of steden en in natuurgebieden. Het blijkt dat de acceptatie van windmolens op land hoger is wanneer aan verschillende voorwaarden wordt voldaan. Bijvoorbeeld als inwoners de schone energie direct kunnen gebruiken, als de kosten en baten eerlijk worden verdeeld, en als men betrokken wordt bij besluitvorming. Slechts een minderheid geeft aan dat windmolens op land nooit acceptabel zijn. Goda Perlaviciute: “Uit onze bevindingen blijkt dat Groningers in het algemeen geen sterke negatieve of positieve emoties ervaren als men denkt aan windmolens op land. Echter er zijn individuen die sterkere emoties hebben met betrekking tot windmolens in hun omgeving.”

 Groningers betrekken bij besluitvorming

Uit de resultaten blijkt dat Groningers graag betrokken willen worden bij beleids- en besluitvorming over concrete projecten bij hen in de buurt, en ook meer bij besluitvorming op lokaal niveau dan op regionaal en nationaal niveau. Verder laat het onderzoek zien dat men publieke participatie in verschillende fases en in diverse vormen overwegend wenselijk vindt, maar dat men denkt dat mensen op dit moment nauwelijks worden betrokken. Lorenzo Squintani: “Dit suggereert een discrepantie tussen wat men verwacht van participatie en hoe men dit daadwerkelijk ervaart. Dit roept belangrijke vragen op over hoe mensen beter betrokken kunnen worden bij besluitvorming over de energietransitie in de provincie Groningen.”

Cookieinstellingen