Dinsdag Boekendag: geen gevloek en geen seks

Foto: All Artists

Ik had het nog niet door, maar deze week is er nog een week erbij: De week van het geld. Problemen met geld, dus. Kinderen schijnen niet goed met geld om te gaan, dus, dus. Niet te verwarren met de week van de miljonairs.

Welaan, geldproblemen lijkt me niet alleen een kinderprobleem te zijn. Ik ken wel iemand voor wie ’t het hele jaar week van het geld is. En er is ook nog De week van het water geweest. En die zultkoppen hebben vastgesteld welke gemeenten het lekkerste water hebben. In de jury zat een watersommelier. Een sommelier is een wijnkenner die in tenten van 100 euro voor een hapje en een sapje bij je langs komt en je adviseert welke wijn je zou moeten nemen. Persoonlijk nooit last van gehad, van zo’n tent van 100. Een watersommelier is een snol die over water leutert. Kan ik ook. Over het bronwater bij de vuilnisbelt van Usquert. “Het water uit de Source Tas d’Ordures – prez Usquert (spreek uit als: Uskeer) karakteriseert zich met een zachte natriumsmaak, aangevuld met de frisheid van lentevruchten en een lichte afdronk van Arabische gom die het water een eigen zwaarte geeft.” Hier staat dus – in kwalitatief hoogwaardig beroerd Nederlands – dat het water uit de bron bij de vuilnisbelt nogal zout is, dat er accuwater in zit (accuwater smaakt heel fris) en stijf staat van de plastic deeltjes. Dit is een grapje. Er is helemaal geen waterbron bij de vuilnisbelt van Uskeer.

Jan Siebelink (links) en Elia met de engel.

Er is deze week slechts één week: de Boekenweek. Koop een boek en je krijgt het Boekenweek geschenk erbij, ‘Jas van belofte’. Een heel geestig verhaal van Jan Siebelink. Er wordt niet gevloekt en er zit geen seks in. Dus geschikt voor alle leeftijden. Het verhaal gaat over Arthur Siebrandi. Zijn vader verdween zo maar, toen het ventje 11 jaar was. Alleen de jas van de vader werd terug gevonden. In het verhaal zitten allerlei motieven die Siebelink eerder in zijn boeken heeft gebruikt. Die Arthur wordt leraar Frans en moet zich proberen staande te houden in die wereld waar alles wordt gewaardeerd, behalve vakmanschap van de leraar. Lees zijn “Laatste schooldag’ waarin ie de teloorgang van het leraarschap verder heeft uitgewerkt. De religieuze inslag. Het kind Arthur denkt dat zijn vader – een extreem bevindelijke christen – met een vurig vlammende wagen ten hemel is gestegen, zoals de profeet Elia en dat men alleen nog zijn mantel terug vond. Schitterend, op het eind rijdt de oude Arthur met een Maserati over de Duitse snelweg, als in een vlammende wagen die ten hemel stijgt als die Elia.

Deze bijbelse motieven doordrenken zijn gehele literaire werk (de Bijbel is een boek!). Ook heel geestig is zijn geprikkel in het literaire wereldje. De naam van Loet IJzertje, een literair genie, verandert ineens in Loet Petit-Fer, wat dus Louis Ferron is (fer is ijzer in het Frans), een vriend van hem, bekend in kleine kring. Edwin Wopereis, die rare literaire criticus, is Rein Bloem, de dichter en criticus die Siebelink in het literaire wereldje op weg hielp. Bloem scheen beroemd te zijn vanwege de soepen die hij maakte. Lees het tot de laatste bladzijde, met het onroerende afscheid van zijn geliefde in het ziekenhuis. Een boekje, ook geschikt voor christelijke lezers.

M. Vasalis.

En nu het gedicht, van M. Vasalis. Doe zelf het rijmschema. Merk op dat strofe een en twee over een willekeurige begrafenis gaan. De laatste strofe maakt duidelijk over wie het gaat. En let op het afscheid, haperend praten en alleen laten. Léés gedichten, ga ze niet zelf maken. Want het dichten zal u weinig baten, het is daarom beter dat u het zult laten. Hé, van wie is die zin?

BEGRAFENIS VAN MEVROUW T.

Door de smalle, gewonden, stijgende laan

waadden we langzaam achter haar aan.

Van het zwijgen deden de kelen pijn,

van het trachten zoo stil als zij te zijn.

 

Acht sombere zwarte vreemdelingen

deden toen stijf de laatste dingen…

Het graf was zoo klein, een zware wig grond

In het fonkelend groen als een smalle wond.

 

De zon scheen innig rondom op ’t gras

omdat zij een goede moeder was.

Haast blij, want alles blonk en geurde,

haast dood als ik dacht, wat er gebeurde…

Toen, na wat zacht en haaprend praten,

Hebben we haar alleen gelaten…

 M. Vasalis

 Uit: M. Vasalis, Parken en woestijnen. 1951.

Wie vindt het vreemd dat Vasalis een van mijn lievelingsdichters is, nou ja, dichteres?

Berto Merx

Cookieinstellingen