Cultuurvisie gemeente: er zal een discussie over losbarsten

Wethouder Dijkhuis.
Wethouder Dijkhuis.
Foto:

De gemeenteraad buigt zich binnenkort over de Startnotitie Cultuurvisie. Het is een waarlijke startnotitie geworden over het beleid van de gemeente Het Hogeland voor de kunsten en cultuur in de komende jaren. Een eerste analyse van een beleidsstuk dat ongetwijfeld tot discussie zal leiden: over subsidies, over ondernemerschap en de rol van de gemeente.

Een leerling van Noordakkoord.

“De gemeente Het Hogeland wil een nieuwe cultuurvisie ontwikkelen, samen met cultuurmakers en cultuuraanbieders. We willen horen wat er leeft, welke ideeën en dromen er zijn, welke verbindingen kunnen worden gelegd en hoe er een groot draagvlak kan worden gecreëerd om samen de gemeente cultureel op de kaart te zetten. Dit moet leiden tot een nieuw cultureel landschap waarbij jong en oud kan genieten van cultuur die dichtbij de inwoner staat en waar ruimte is voor vernieuwende initiatieven, zo vat wethouder Eltjo Dijkhuis, verantwoordelijk voor het cultuur- en kunstenbeleid, de nota samen.

Het cultuurbeleid van de gemeente is geen zaak meer van leuke feestjes subsidiëren. De eerste pijler is een breed en overal aanwezig aanbod van kunst in de dorpen. Het beleid moet “verbinding” tot stand brengen, vernieuwing stimuleren en het ondernemerschap in de culturele sector verder ontwikkelen. En het moet een instrument zijn voor culturele profilering van de gemeente Het Hogeland en bijdragen aan “citymarketing”.

Over wat men tot de kunst en cultuur moet rekenen, houdt wethouder Dijkhuis zich terecht wat op de vlakte:  “Hoewel de reikwijdte van het begrip ‘cultuur’ allerminst helder is, staat wel vast dat cultuur een belangrijk ingrediënt is voor een gezonde en sterke samenleving. Cultuur is meer dan enkel de fysieke verschijningsvorm,” aldus de nota. Het gaat over de vorming van onze individuele en collectieve identiteit, over de ontwikkeling en uiting van gevoelens en beleving, over de inspiratie van onze gedachten en de vergaring van kennis en inzicht. Naast de intrinsieke waarde draagt cultuur bij aan tal van maatschappelijke pijlers in ons bestaan. “Van individuele ontwikkeling en educatie tot een bredere sociaal maatschappelijke en zelfs economische impulzen,” aldus de nota.

Opmerkelijk is dat deze omschrijving dicht in de buurt komt van het 19e eeuwse ideaal van ‘Bildung,’ vorming. De kunst en cultuur hebben in deze omschrijving een individuele component en een maatschappelijke component. Deze maatschappelijke component wordt versterkt door de toevoeging dat de kunsten worden geïntegreerd in andere delen van het gemeentelijk beleid: “Intern bij de gemeente wordt meer dan bij de voormalige gemeenten gekeken naar integrale samenwerking en samenhang tussen beleidsonderdelen onderwijs, sport, het sociaal domein, bibliotheekwerk, recreatie & toerisme, ruimtelijke ordening, economie en erfgoed. Hier liggen nog verdere kansen voor het uitwerken van brede projecten, ook in intergemeentelijk verband,” stelt Dijkhuis. Hiermee wordt dit beleid minder als een zelfstandig terrein opgevat.

Het Ede Staal Festival in Leens.

Een interessante vraag is waarom de gemeente zich met de kunsten en cultuur moet bezighouden. “Vooropgesteld, veel cultuurproductie komt tot stand zonder overheidssteun. De legitimatie van cultuurbeleid ligt in het feit dat de verschillende waarden van cultuur voor de samenleving zonder bemoeienis onvoldoende tot uitdrukking kunnen komen. Daar waar de markt leidt tot een moeilijke toegankelijkheid in financiële of geografische zin, broedplaatsen voor talent ontbreken en innovatie of experiment onvoldoende tot stand komt, heeft de overheid een rol. Door ondersteuning vanuit de overheid blijft het cultuuraanbod toegankelijk en betaalbaar en wordt de kwaliteit gewaarborgd. De waarde van dat aanbod wordt voor veel groepen bereikbaar. Het experiment, kwetsbare cultuuruitingen, innovatie en creativiteit zullen altijd ondersteuning nodig hebben,” zo stelt de nota. Over deze passage hangt de schaduw van de traditionele liberale opvatting over de tussen overheid en kunsten en cultuur. De overheid heeft in deze opvatting de taak te stimuleren en zich niet over de inhoud uit te spreken.

Naast de regering en het provinciaal bestuur heeft de gemeente volgens de nota een eigen taak: “De gemeenten hebben de zorg voor het financieren van die voorzieningen die wettelijk verplicht zijn (archieven, lokale omroepen) of die zij voor de culturele infrastructuur van de gemeente noodzakelijk achten (musea, bibliotheken e.d.). Het subsidiëren van activiteiten op het gebied van onder meer de beeldende kunst, de amateurkunst en de cultuureducatie en het in stand houden en laten bespelen van podiumkunstaccommodaties.”

Performance bij Kunstvloed .

Deze eigen taak leidt tot de eis dat het door de gemeente ondersteunde aanbod voor iedereen in het Hogeland bereikbaar behoort te zijn, hetzij fysiek, hetzij digitaal, voor actieve deelnemers en voor consumenten. Sommige inwoners ontbreekt het aan financiële mogelijkheden, worden door fysieke of mentale drempels gehinderd in hun cultuurparticipatie of herkennen zich niet in de aard en inhoud van het aanbod. Vooral jongeren, nieuwkomers, mensen met een beperking en mensen met een laag inkomen vinden weinig van hun gading en ervaren hoge drempels bij cultuurdeelname. Voor de financiële drempels zijn er voorzieningen en regelingen beschikbaar. “Het overige is voor een belangrijk deel een kwestie van het tegemoetkomen aan de wensen en behoeften van nieuwe en of relatief onbekende publieksgroepen,” zegt de nota.

De gemeente stelt dat vernieuwing van groot belang is voor het voortbestaan van een sterke culturele infrastructuur. Er komt een cultuurprijs – vanavond, vrijdag wordt de eerste aflevering ervan al uitgereikt. “Wij willen de vernieuwing in de sector stimuleren. Zo reikt de gemeente vanaf 2019 de Culturele Stimuleringsprijs uit aan een veelbelovend persoon of organisatie die een grote bijdrage levert aan de ontwikkeling en/of zichtbaarheid van de cultuur in de gemeente Het Hogeland. En waarvan het initiatief of product een bijdrage levert aan de vernieuwing van het culturele klimaat in de gemeente Het Hogeland.” Van deze prijs, de opvolger van die in de gemeente Eemsmond, zal zeker een stimulerende werking uitgaan.

Een belangrijk speerpunt is het stimuleren en ondersteunen van digitalisering in de cultuursector. “Dit kan bijdragen aan professionalisering, efficiency en een beter publieksbereik. Ook kan digitalisering ervoor zorgen dat publiek op een nieuwe, intensere manier bij kunst en cultuur wordt betrokken.” Voorbeelden hiervan zijn musea die door virtual reality bezoekers een realistische historische ervaring bieden. Zeer zeker is in stimuleren van het gebruik van de ict-technologie een stap voorwaarts. Zoals het bevorderen van samenwerking, contacten in deze sector de moeite waard is: “In contact staan met elkaar, weten waar de ander mee bezig is en het gesprek aangaan over waar de krachten kunnen worden gebundeld. Dat is belangrijk om cultuur in de gemeente Het Hogeland verder te kunnen ontwikkelen. Ontmoeten en samenwerken is daarbij het uitgangspunt. Als gemeente willen wij hier zoveel mogelijk in ondersteunen en faciliteren, maar ook vraagt dit een actieve en open houding van iedereen die onderdeel uitmaakt van het culturele veld. Verbinden doe je namelijk samen.”

Andledon.

Vanaf 2020 mogen twee dorpen in de gemeente zich een jaar lang ‘Cultuurdorp’ noemen. Deze twee dorpen zullen gedurende het jaar verschillende culturele activiteiten ontplooien. “Dit vergt samenwerking en participatie tussen de inwoners en haar verenigingen en organisaties én tussen deze twee dorpen. Dit kan het dorpsgevoel en verbinding met elkaar versterken. Tevens zorgt dit initiatief voor extra media aandacht en zichtbaarheid voor de dorpen. De twee dorpen geven na het jaar het stokje door aan twee volgende dorpen.” Dit initiatief brengt reuring in het cultuurveld en zal functioneren als een tegenhanger van dorpen die zich cultureel centrum wanen of ambities in die richting hebben.

Het vertrouwen in eigen kracht ligt aan de basis van de Cultuurvisie, zegt de nota. Dat vraagt om verschillende vormen van cultureel ondernemerschap. Culturele spelers moeten ondernemender opereren en ondernemers moeten meer brood gaan zien in cultuur. De gemeente ziet bijvoorbeeld grote kansen voor koppelingen met recreatie en toerisme. Cultuur en bedrijfsleven kunnen elkaar tot wederzijds nut zijn. “Ook hier: Een beter gebruik van sociale en digitale media en het beter inzetten van de toeristische organisatie, het Regionaal Bureau Toerisme en de ANWB zijn voor de hand liggende manieren om op dit vlak winst te boeken.” Het is te proberen, maar de wens is gemakkelijker dan de uitvoering. Dit idee kan alleen succesvol zijn als de cultuursector zelf en de ondernemers tot een strategie hiervoor komen. Aandacht van de ANWB kost geld, aandacht van toeristische bureau staat in competitie met kunst- en cultuurreuzen in de provincie Groningen.

Onvermijdelijk moet de nota zich over de educatie-instellingen buigen. “Cultuuronderwijs staat bij de gemeente voorop omdat het een belangrijke bijdrage kan leveren aan de vorming en ontwikkeling van het individu en onze samenleving,” stelt de wethouder.” De huidige cultuuronderwijs aanbieders – muziekschool Hunsingo, muziekschool Noordakkoord en theaterschool Wonderboom voeren inmiddels de eerste gesprekken over een mogelijke fusie. Het doel van deze fusie is om een kwalitatief hoger aanbod en een evenredig aanbod in de gehele gemeente te bewerkstelligen. Deze mogelijke fusie betekent dat ook de gemeente duidelijkheid moet scheppen over wat de gemeente van belang vindt. “Als gemeente vinden wij een brede basis van cultuuronderwijs op de scholen belangrijk. Dat wil zeggen, de eerste kennismaking met en de oriëntatie op de verschillende cultuurdisciplines.” We leggen daarbij de focus op het faciliteren en verbinden door onder andere meer gebruik te maken van de expertise van culturele professionals.”

De subsidie voor het kunst- en cultuuronderwijs wordt ter discussie gesteld. Over het cultuuronderwijs in de scholen legt de nota een discussie punt neer, met gevoelige kanten. “Gelet op het belang van een goede ontwikkeling van de kinderen in onze gemeente kan de gemeente kiezen voor een toekomstig beleid waarin cultuuronderwijs een belangrijke plaats krijgt in het primair onderwijs. Structureel, omdat allerlei tijdelijke regelingen ter stimulering van het muziekonderwijs op de scholen de continuïteit en de effectiviteit niet ten goede komt.” Er moet wat gebeuren met dat bos vol bomen, struiken en boomptjes (stichtingen, clubs, projectjes) onder de noemer cultuur die weinig continuïteit en effectiviteit hebben in het onderwijs. Dat is wat minder beleefd geherformuleerd wat de nota zegt. “Door deze keuze zullen alle kinderen in een vroegtijdig stadium in aanraking komen met muziek en cultuur en zal het bereik ten opzichte van de huidige situatie bij de regionale muziekscholen aanzienlijk toenemen.” De keuze om te investeren in het binnenschools cultuuronderwijs kan gevolgen hebben voor het buitenschools cultuuronderwijs. Momenteel wordt 40 procent  van de gemeentelijke subsidie uitgegeven aan individueel buitenschools onderwijs en 60 procent aan organisatiekosten. Binnenschools cultuuronderwijs wordt momenteel alleen bekostigd door de scholen zelf.

De gemeente kan ervoor kiezen om de subsidiëring van volwassen en individueel cultuuronderwijs stop te zetten – zoals de subsidiëring van muziekscholen – en volledig financieel in te zetten op binnenschools cultuuronderwijs. Het volledig stopzetten van subsidie voor individuele lessen kan er voor zorgen dat dit cultuuronderwijs ontoegankelijk worden. Voor gezinnen met een minima inkomen is er het Jeugd Cultuurfonds. Voor met name de middenstand kan het buitenschools individueel cultuuronderwijs (met name muziekles) niet betaalbaar meer worden omdat de tarieven voor cultuuronderwijs zullen gaan stijgen en zij niet in aanmerking komen voor de minima-regelingen en fondsen. De gemeente kan ook kiezen voor een meer evenredige subsidiëring: een percentage van de gemeentelijke subsidie naar binnenschools cultuuronderwijs en een percentage naar buitenschools cultuuronderwijs.” Ook zijn er andere mogelijkheden om binnenschools cultuuronderwijs extra te ondersteunen. Zo kan de gemeente een ‘strippenkaart’ per school financieren waarvan de scholen advies, training en/of producten kan laten afnemen van de cultuuronderwijs aanbieder. Voor alle opties geldt dat de afstemming en uitvoering in goed overleg gevoerd moet worden, met name met de scholen. Daarnaast zal er een cultuurcoach (vanuit de rijksregeling Brede Impuls Combifuncties) worden ingezet voor cultuureducatie. Kerntaken van de cultuurcoach zijn het verstevigen van het lokaal culturele netwerk, het bevorderen van samenwerking, het zorgen voor buitenschoolse projecten en innovatie en het maken van verbinding met het onderwijs.

Voor wie nu subsidie krijgt zal er hoe dan ook wat gaan veranderen. In het kader van het harmonisatieproces van subsidies zal er de komende periode gekeken worden naar de huidige subsidieverstrekkingen. In het cultuurbudget is een onderscheid te maken tussen structurele subsidies en incidentele subsidies. Sinds de herindeling worden er veel incidentele subsidies aangevraagd. Dit is mede het gevolg van de herindeling en samenwerking en vernieuwing in de culturele sector. Ook zijn er grote aanvragen van externe partijen buiten de gemeente en/of buiten de provincie die in onze gemeente een project willen organiseren. Gaat de gemeente deze projecten van externe partijen financieren of kiest de gemeente ervoor om alleen lokale initiatieven te ondersteunen? “Er zijn tal van organisaties en verenigingen die structureel subsidie ontvangen. De cultuurvisie met haar doelstellingen kan ertoe leiden dat een aantal van deze organisaties en verenigingen geen structurele subsidies meer zullen ontvangen omdat de activiteiten niet in lijn zijn met de doelstellingen van de cultuurvisie.”/BM

Cookieinstellingen