Column Jan Willem Nanninga

Foto: Archief HN

‘PRAATJESMAKER’

Om mijn kleinzoon van 9 eens te laten zien wat ik zoal uitspook in de gemeenteraad, liet ik hem en mijn kleindochter van 7 vorig jaar beelden zien van een vergadering van de gemeenteraad van de voormalige gemeente Winsum. Uiteraard liet ik alleen beelden van opa zien. Enige ijdelheid is mij niet vreemd en bovendien streef ik er nog altijd naar om mijn PvdA-gen door te geven. Bij mijn dochters is dat maar matig gelukt. Ik weet dat ze af en toe of bijna altijd op de PvdA stemmen, maar GroenLinks heeft ook wel enige sympathie. Het lidmaatschap van ‘mijn club’ zit er dus helemaal (nog?) niet in. Daarom heb ik mijn hoop gevestigd op de tweede generatie. Maar of dat lukt is maar zeer de vraag.

Deze week werd ik keihard geconfronteerd met het matige resultaat van mijn zendingswerk. Tot ergernis van mijn kleinzoon moet ik wel eens verstek laten gaan op onze vaste oppasdag , omdat ik een vergadering van de gemeenteraad of de PvdA heb. Donderdag kondigde mijn vrouw alvast aan dat ik de volgende week eerder naar huis moet voor een vergadering van de lokale afdeling van de PvdA. Dat viel dus niet in goede aarde. Dat betekent dat hij weer eens niet met me kan voetballen, hockeyen of stoeien. Hij baalt daarvan en verzuchtte: ‘Die praatjesmakers van de gemeente ook …..’. En dat terwijl ik alle moeite doe om bij hem het sociaaldemocratisch vuur te doen ontbranden, wakker ik al op jonge leeftijd een afkeer van de politiek aan. Dat is vervelend te constateren, maar dat ‘praatjesmaker’ kwam keihard aan. En dat terwijl ik bij het overlijden van mijn vader, die wel altijd op Den Uyl stemde, maar nooit lid van de partij is geweest, min of meer helzelfde heb gezegd. Ik sprak toen de volgende woorden: ‘Hij handelde als sociaaldemocraat en ik lul erover’. Dat is toch ongeveer identiek als ‘praatjes maken’.

Martin Drent van RTVNoord had het wel niet over een ‘praatjesmaker’, maar zo voelde ik me wel een beetje toen hij me woensdag vroeg: ‘Jan Willem, hoe zit het nu met die borden bij de entree aan de zuidzijde van Winsum?’  Om het geheugen op te frissen, ga ik even terug in de tijd. Op 23 april bij de bespreking van het collegeprogramma deed ik de volgende uitspraak: ‘Terzijde en daarmee sluiten we af, de PvdA vindt de entree aan de zuidzijde van Winsum met de vele reclame- en promotieborden een rommeltje’. Martin Drent pikte dit op en zond er een stuk over uit. We zijn nu zes maanden verder en de borden staan er nog. Logisch dat hij me er nog eens fijntjes aan herinnerde. Op dit soort momenten denk ik ook wel eens wat doet het er eigenlijk nog toe wat ik zeg. Om in de woorden van mijn kleinzoon te blijven, dan voel ik me een praatjesmaker.

Twee dagen later liep ik samen met mijn vrouw langs de historische begraafplaats Bellingeweer. In het verlengde van de oude stenen muur heeft een bewoner van de oude wierde een houten bouwwerk opgericht. Een aanfluiting en een miskenning van de waarde van een dergelijke historische plek. In de tijd dat de oude gemeente Winsum nog bestond heeft deze ‘verkrachting’ al politieke aandacht gekregen en niet alleen van de PvdA. Hoewel ik weet dat het handhavingstraject loopt en we dus geduld (hoe lang nog?)moeten hebben , ontsiert het bouwwerk nog altijd Bellingeweer. Stilletjes liep ik naast mijn vrouw voort. Doodsbenauwd dat enig woord van mij bij haar de volgende reactie zou oproepen: ‘Praatjesmakers, die lui van de gemeenteraad’.

Soms is het goed om je eigen rol en de betekenis die jouw bijdrage heeft op de Hogelandster samenleving te relativeren. En altijd is het goed dat er mensen in je omgeving zijn die je met beide benen op de grond houden, zoals mijn kleinzoon en mijn vrouw.  Maar ‘praatjesmaker’ klinkt niet alleen heel negatief, het is ook net of politiek bedrijven er niet toe doet. Dat wil ik toch bestrijden. Natuurlijk doet de gemeenteraad ertoe. Kijk eens rond op Het Hogeland naar zaken die, hoewel het soms lang duurt, gerealiseerd zijn of op korte termijn gaan worden. Ik noem dan bijvoorbeeld één school met één ingang in Baflo, school en zorg ineen in De Tirrel in Winsum en een compacter en nu al veel levendiger centrum van Winsum. Ik laat het bij deze voorbeelden uit mijn eigen politiek verleden als raadslid van het Winsumer deel van onze nieuwe gemeente.

Ik ben er heilig van overtuigd dat de gemeenteraad ertoe doet, dat ik met mijn bijdragen in de raad het leven van individuele Hogelandsters in meer of mindere mate kan beïnvloeden en een positieve wending kan geven aan het samenleven op Het Hogeland. Ik ga toch niet voor de flauwekul twaalf jaar in de gemeenteraad zitten, terwijl ik ook met mijn kleinzoon kan voetballen, hockeyen en stoeien? En ja, dat doe ik wel door te debatteren, te discussiëren en de praatjesmaker uit te hangen.

Cookieinstellingen