HET HOGELAND – Je hoort zo vaak:‘Ik zie de politie alleen als ik het niet kan gebruiken‘ of ‘Ze schrijven alleen bonnen‘ of ‘Ze rijden nooit bij ons in het dorp’. De nieuwe (wijk)agenten willen zichtbaarder zijn, vaker in contact komen met de burgerij of zoals dat vaak zo mooi wordt gezegd ‘Meer blauw op straat’.
Alhoewel ‘Blauw’?
Sinds juni 2014 dragen de politiemensen een z.g ‘operationeel uniform’ en dat is zo donkerblauw dat het haast zwart lijkt. De fel gele, fluorescerende strepen geven het uniform een stoere uitstraling.
De kleine mannekes die afgelopen donderdag bij de Albert Heijn een groot aantal politiemensen zagen waren eensluidend: “Ze zien er echt stoer uit in dat uniform met dat pistool, handboeien en andere dingen aan de riem.” Wijkagent van Winsum Bertus de Groot pakt de opmerkingen direct aan om met de mannekes in contact te komen. Ze smullen van zijn verhalen en antwoorden en voor nu is de politie hun beste vriend. Dit soort contacten is een van de redenen dat wijkagent De Groot met 15 collega’s in het winkelcentrum staat: contact leggen, aanwezig zijn, zichtbaar zijn, een gevoel geven van: wij, de politiemensen, zijn echt wel in uw omgeving en doen, ondanks alle bezuinigingen en reorganisaties, onze stinkende best om er voor u te zijn.
De groep politiemensen is deze keer zo groot om ‘het zichtbaar worden’ te promoten, maar het is de bedoeling dat er iedere eerste vrijdag van de maand één à twee agenten in het winkelcentrum te Winsum staan en iedere derde vrijdag van de maand in het winkelcentrum te Leens.
“We hebben besloten om weer meer onder de mensen te willen zijn, dat de drempel weer lager wordt”vertelt Bertus de Groot.
Op zijn Facebookpagina krijgt bijval van collega’s. Eèn politieman schrijft:
“We proberen krampachtig de situatie van de jaren 80 terug te halen toen dat normaal was. We doen nu net of we vernieuwend bezig zijn. Toen maakten we deel uit van de bevolking. Nu staan we er buiten… Je motivatie staat je te prijzen. Het had nooit zover moeten komen dat we terug moeten gaan waar het om gaat. We doen het werk voor de burgers. In de top is men door de jaren heen de weg kwijt geraakt en daar probeert men krampachtig door zogenaamde nieuwe werkwijzen terug te komen bij de mensen waar het om gaat. Doe vooral waar je je goed bij voelt.”
De Groot: “We hopen dat mensen die ons zien met ons over van alles en nog wat in gesprek gaan. Of het nu gaat over een gevaarlijke verkeerssituatie, gevoel van onveiligheid, burenoverlast of welke andere zaken dan ook.”
Samen met de politie zijn er zogenaamde netwerkpartners in het winkelcentrum, dat blijft in de toekomst ook zo.
Een medewerker van gemeente Het Hogeland is van de afdeling Openbare orde en veiligheid: “Samen met de politie is de gemeente verantwoordelijk voor orde en veiligheid. We hebben, als onderdeel van de veiligheidsdriehoek regelmatig overleg met de politie. Ik sta hier vanmiddag om het nieuwe team van netwerkpartners zichtbaar te maken en met burgers in contact te komen.“
Er is ook iemand van woningstichting Wierden en Borgen: “Wij hebben regelmatig te maken met overlastsituaties en daarom is een goed contact met de wijkagenten heel belangrijk. We gaan bijvoorbeeld regelmatig met elkaar op huisbezoek.”
Verder staan er medewerkers van buurtbemiddeling SWD. Deze vrijwilligers staan klaar om te helpen met conflicten in ieders woonomgeving. “Er wordt regelmatig een beroep op onze hulp gedaan. We krijgen onze meldingen van gemeente, woningstichtingen, politie of burgers. Met onze hulp laten we de mensen naar een oplossing van een irritatie of probleem zoeken.”
De buurtwerker Jeugd van Mensenwerk Hogeland houdt zich bezig met de wat oudere jeugd:“Drugs, drank, vuurwerk, noem maar op, we komen alles tegen. Zichtbaar zijn en maken is voor ons ook erg belangrijk. Een goed contact met de organisaties die hier samen zijn is essentieel. Daarom is dit ook een erg goed initiatief, dat wij van harte ondersteunen.”
Iemand van Verslavingszorg Noord Nederland is ook aanwezig en vult aan:”De vaak onzichtbare problematiek met drugs en drank wordt erg onderschat. Het drugsgebruik in de gemeente is een groot probleem, maar vergeet de drank niet. Op vaak onbereikbare plaatsen: keten, schuren, oude caravans wordt veel gedronken door de jeugd en dat ziet bijna niemand. Wij hebben veel contact met de politie als er signalen zijn dat het ergens niet goed gaat, maar die krijgen we ook van bezorgde ouders, scholen, verslaafden zelf of hun vriendenkring. Verslaafden met kinderen brengen we een huisbezoek en treden dan in contact met netwerkpartners”
Als alle manschappen zijn verdwenen staat Bertus de Groot zichtbaar tevreden bij zijn lege statafel: “Het was een goede bijeenkomst, hoe zichtbaar wil je het hebben. De mensen maakten spontaan een praatje, precies zoals ik had gehoopt. Nu maar hopen dat ze het blijven doen. Ik ben bij de politie gegaan om burgers bij te staan, te helpen, een luisterend oor te hebben. Vroeger was dat normaal, even een praatje met de veldwachter van het dorp, zo hoort het eigenlijk. Die veldwachter stond midden in de samenleving, kende zijn pappenheimers, kneep wel eens een oogje toe en toonde en kreeg respect. Dat zou ik, en mijn collega’s graag terug willen, het begin is er!
