Dwarse denkster over ADHD: “We zitten vast in het stoornisdenken”

Laura Batstra.
Laura Batstra.
Foto: Elmer Spaargaren.

Ze schreef het boek Hoe voorkom je ADHD? Door de diagnose niet te stellen. Ze nam het initiatief voor Festival Apaart, voor meer tolerantie voor mensen die ‘anders’ zijn. En ze bedacht een plan voor klassikale kinderfeestjes. Allemaal activiteiten die psychologe Laura Batstra typeren. Een gesprek door Martin Althof met een dwarse denkster over ADHD.

Bij de recente Docent van het jaar verkiezing begint Batstra haar mini-college met een nieuwsbericht van de Radboud universiteit uit 2017: ‘ADHD op vijf plekken in de hersenen zichtbaar; groot internationaal onderzoek bevestigt hersenverschillen bij ADHD’. Een ‘spectaculair’ resultaat dat gretig door de media wordt opgepikt. Wanneer je de resultaten van de studie analyseert, tref je echter slechts piepkleine verschillen aan, op groepsniveau. Batstra: ‘Een betere kop zou zijn geweest: “Peperdure hersenstudie vindt nauwelijks verschil tussen mensen met en zonder de diagnose ADHD”. Dit soort onderzoek wekt de suggestie dat ADHD een hersenziekte is. Maar er is op de scans niets te zien. En zelfs als er al iets te zien was, dan is het daarmee nog geen ziekte. Als homoseksualiteit in de hersenen te zien is, dan is het daarmee ook niet opeens een ziekte. Volgens Batstra hebben te veel partijen belang bij ferme en opvallende conclusies van onderzoek, zoals wetenschappers, wetenschappelijke tijdschriften, media en zeker ook de farmaceutische industrie. ‘Ziektes zijn te bestrijden met medicatie. Onderzoek in opdracht van de farmaceutische industrie naar ADHD geeft een biomedisch beeld met een chronisch karakter, beweert dat medicatie goed werkt en signaleert minder bijwerkingen. Onafhankelijke onderzoekers concluderen echter dat pilletjes minder goed werken en dat er meer bijwerkingen zijn.’

Door dit biomedisch accent van de laatste decennia veranderen moeilijkheden van kinderen die vastlopen in onze veeleisende maatschappij in hersenproblemen. De oorzaak van de problemen wordt dus in toenemende mate bij het kind zelf gelegd. Batstra stelt met nadruk dat ‘we vastzitten in het stoornisdenken’. Volgens haar krijgen te veel kinderen een etiket met een stoornis opgeplakt. Waarbij de oorzaak en de oplossing voor het probleemgedrag eenzijdig bij het kind en de ouders worden neergelegd. Batstra: ‘Dat kind kan zich daar vervolgens ook naar gaan gedragen. Naar mijn mening is er veel te weinig aandacht voor maatschappelijke en omgevingsfactoren.’

Batstra ontkent zeker niet dat er een groep kinderen is met ernstige problemen, voor wie specialistische zorg beschikbaar moet zijn en medicatie voor verlichting kan zorgen. Maar er is een veel grotere groep die beter op een andere manier kan worden geholpen. Batstra: ‘In mijn visie is gedrag altijd een gevolg van zeer vele factoren. Zo zijn armoede en sociale uitsluiting sterk geassocieerd met geestelijke ellende en gedragsproblemen. Maar goed, los de armoede maar eens op, een ingewikkeld verhaal. Een andere factor is de prestatiemaatschappij waarin we leven. De druk is hoog. Schoolprestaties en het behalen van het papiertje zijn beslissend voor de toekomst van je kind. Dus ik snap die ouders wel. Die willen ook dat hun kind goed terecht komt. En wanneer hen is wijsgemaakt dat een pilletje Ritalin daarbij dan een handje kan helpen…. Overigens is al ruim 10 jaar bekend dat Ritalin de schoolprestaties niet verbetert. Recente studies blijven dat bevestigen. Helaas bereiken dit soort zogenoemde negatieve resultaten van wetenschappelijk onderzoek de mensen die het betreft niet of nauwelijks.’

Toen in 2012 het ADHD-boek van Batstra uitkwam, kreeg ze nogal wat kritiek, van hoogleraren psychiatrie en van ouders. Zeker ook via de sociale media. Batstra: ‘Ik heb toen wel gemerkt hoe een gevoelig onderwerp ADHD is, zeker ook bij ouders die voor hun kind gekozen hebben voor diagnose en medicatie. Er waren ook ouders die me rustig konden vertellen wat mijn standpunt met hen deed. Die ouders ben ik dankbaar, want van hen heb ik geleerd om bij kritiek op het vele voorschrijven van Ritalin ook altijd te noemen en te erkennen dat er ook kinderen en gezinnen zijn die er veel baat bij hebben. Ik ga ervan uit dat ouders hun kind het beste kennen en weten welke behandeling het beste bij hen en hun kind past. Let wel, mits ze eerlijke voorlichting hebben gekregen over de voor- en nadelen van diagnoses en psychiatrische behandelingen. En daar schort het dus nogal eens aan.’

Batstra tijdens de Docent van het Jaar verkiezing. Foto: Elmer Spaargaren.

Op haar eigen wijze probeert Batstra een bijdrage te leveren aan een betere maatschappij, waar minder kinderen buiten de boot vallen en iedereen er zoveel mogelijk bij hoort. Zo heeft ze bijvoorbeeld het project Druk & Dwars opgezet, dat de visie op druk en dwars gedrag wil veranderen en de omgeving van het kind wil versterken door ouders en professionals handvatten te bieden. Batstra: ‘Goede voorlichting is nodig om een tegenwicht te bieden tegen het hardnekkige stoornisdenken. Onze promovendus Sanne te Meerman heeft onderzocht hoe er in studieboeken voor academici over ADHD wordt geschreven. Die informatie blijkt een zeer sterk biomedisch accent te hebben. Kortom, we zijn er nog lang niet!’ Batstra is ervan overtuigd dat initiatieven dicht bij huis een verschil kunnen maken: ‘Zo hebben we een plan bedacht om meer klassikale kinderfeestjes te organiseren, zodat iedereen erbij kan zijn. Ook de minder populaire kinderen met een gebruiksaanwijzing, die anders vaak geen uitnodiging krijgen. En dat werkt! Het is een prachtige manier om kinderen op jonge leeftijd al te leren dat iedereen erbij hoort.’

Negen procent van de Nederlandse kinderen groeit anno 2020 op in armoede. Batstra signaleert dat de overheid en de welgestelden allerlei manieren verzinnen om de armoede te bestrijden en te verzachten. Van eenmalige waardebonnen per kind tot voedselbanken. Batstra: ‘Dat is goed bedoeld, maar tegelijkertijd inhumaan. Eerst creëren overheid en politiek een samenleving waarin armoede bestaat. En wij accepteren dat met z’n allen. Vervolgens moeten arme mensen bewijzen dat ze arm genoeg zijn om voor regelingen en extraatjes in aanmerking te komen. Dat is vernederend en leidt tot schaamte, met alle gevolgen van dien, juist ook voor kinderen. In plaats van geld te geven voor armoedebestrijding, dient de overheid iets te doen aan de oorzaken daarvan. Zo steeg ons gemiddelde inkomen de afgelopen jaren, het minimuminkomen bleef laag. En dus ook de ziekte- en bijstandsuitkeringen. Dat kan toch anders?!’

Dit artikel verscheen eerder op de website van de Groninger Universiteit.

 

Cookieinstellingen