Groninger Bodembeweging verliest bij Raad van Staten

Foto: HogelandNieuws

DEN HAAG – De minister van Economische Zaken en Klimaat mocht instemmen met de winning van 11,8 miljard kubieke meter gas uit het Groningenveld voor het jaar 2019/2020. Hij heeft de veiligheidsrisico’s voor omwonenden op de juiste manier vastgesteld en hij heeft maatregelen genomen om de schadeafhandeling te versnellen. Ook heeft hij aangetoond dat hij de gaswinning zo snel mogelijk naar nul afbouwt, maar dat hij de gaswinning dit jaar nodig heeft om aan de leveringszekerheid te voldoen. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag naar aanleiding van bezwaren van de Groninger Bodem Beweging en enkele inwoners van de provincie Groningen.

Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de minister de veiligheidsrisico’s voor omwonenden op de juiste manier vastgesteld. In het veiligheidsonderzoek is rekening gehouden met onzekerheden en is uitgegaan van slechtere uitgangspunten dan zich in werkelijkheid zullen voordoen. Zo is daarbij uitgegaan van een hoeveelheid van 15,9 miljard kubieke meter gas, terwijl het instemmingsbesluit uitgaat van 11,8 miljard kubieke meter. Van belang is ook dat de gaswinning versneld wordt afgebouwd naar nul in 2022, waardoor steeds meer gebouwen aan de veiligheidsnorm voldoen.

De Afdeling bestuursrechtspraak stelt vast dat de versterking van woningen nog niet zonder problemen verloopt en dat niet alle bezwaarmakers tevreden zijn met de schadeafhandeling. Toch staan deze omstandigheden niet in de weg aan het besluit van de minister om met de gaswinning in te stemmen. Voor de schadeafhandeling bestaan toereikende procedures en de uitvoering van de schadeafhandeling is verbeterd ten opzichte van voorgaande jaren. Voor de versterking van woningen is daarbij ook van belang dat de gaswinning in 2022 versneld naar nul wordt afgebouwd.

Ten slotte heeft de minister aangetoond dat hij alle ‘redelijkerwijs te nemen maatregelen heeft genomen’ om de gaswinning in 2022 naar nul af te bouwen, maar dat de gaswinning dit jaar nodig is om aan de leveringszekerheid te voldoen. Behalve met de belangen van de Groningers, heeft de minister in zijn besluit ook rekening gehouden met de belangen van de Nederlandse en buitenlandse huishoudens en anderen die Gronings gas gebruiken en de gevolgen voor hen als de gaswinning direct wordt beëindigd. Bij deze belangenafweging heeft de minister ‘in redelijkheid doorslaggevend belang kunnen hechten aan het feit dat de gaswinning versneld wordt afgebouwd naar nul in 2022’, aldus de hoogste bestuursrechter.

Dit is de vierde keer in vijf jaar tijd dat de Afdeling bestuursrechtspraak zich heeft gebogen over de gaswinning in Groningen. In 2019, 2017 en 2015 vernietigde zij eerdere instemmingsbesluiten van de minister over de hoeveelheid gas die gewonnen mocht worden uit het Groningenveld/bm

 

Cookieinstellingen