Coronahoffelijkheid

Foto: Pixabay

Ik ben in de supermarkt, handen ontsmet, kar ontsmet, braaf gedaan, richting bier.

De hoek om, lekker vlot in de aangegeven looprichting en er komt me aan de andere kant een vrouw tegemoet. Zij rijdt in een hybride van een looprek en een scooter, zeg maar. Zij blokkeert mijn looprichting, haar hybride en mijn metamorfose van een looprek op vier wielen en megaboodschappenmand, tussen het bier en de supermarktdiepvriezer, dat kan niet.

Daar staan we, zo op het oog de een tot de corona-risicogroep behorend (zij dus), en de ander nou ja feitelijk tot de corona-risicogroep behorend. Ja mensen, er heerst corona, en anderhalve meter afstand is verplicht, en er gelden voorschriften voor gedrag in supermarkten. Er zijn stomkoppen die beweren dat dit niet zo is. Helaas, een stomkop kun je niks bijleren, dus dat is een fataal gegeven. Er zijn dommeriken die dat geloven, maar met een goeie boete willen ze nog wat bijleren. En dat doen ze ook, uiteindelijk op de lange termijn.

Enfin, daar staan we dus oog in oog met karren als wapen in zo’n gangpad in de supermarkt dat te nauw is om ons beider in staat te stellen coronaregelsconform te passeren.

Zij zegt: Ik rij wel achteruit.

Ik zeg: Laat maar, ik ga wel achteruit.

Je doet het zo’n hybriderijdster toch niet aan om in een supermarkt achteruit te rijden.

Zij zegt: Dat is heel aardig, meneer.

Waarmee zij mij ernstig kwetst, op de tenen trapt, in mijn ziel raakt.

Ik zeg: Nee mevrouw, dat is niet aardig. Dit is gewoon fatsoenlijk.

Zij zegt: Ja dat is zo en toch is het heel aardig.

Ik zeg: Nee mevrouw, dit is gewoon beleefd.

En zij zegt weer: En toch is het heel aardig.

Nou krijg je me waar je me hebben wilt, mevrouwtje, want ik wil wel het laatste woord hebben: Mevrouw, dit is gewoon hoffelijkheid.

En ze moet het onderspit delven. Ik nam een Duvel voor aardigheid, één voor beleefdheid en nog één voor hoffelijkheid.

Gut, die coronacrisis heeft me een stuk leuker mens gemaakt, als persoon, mezelf, mijn eigen, dicht bij mij, integraal. Van die dingen. M’n bier krijg ik wel en dat is toch eigenlijk ook heel wezenlijk aardig.

Tijl Uilenspieghel

Cookieinstellingen