“Tot mijn grote verbazing las ik op dinsdag 8 november het artikel in Winsumnieuws.nl over bio-zout.
“Deze winter strooit de gemeente voor het eerst met bio-zout. Bio-zout is een 100% biologisch en duurzaam wegenzout, afkomstig uit de vervaardiging van biobrandstof. Dit is veel minder belastend voor het milieu dan het gewone zout. Voordeel is ook dat er preventief kan worden gestrooid, dus al voordat de gladheid optreedt.”
Biologisch en duurzaam, tevens minder belastend voor het milieu. En er kan ook nog eens preventief gestrooid worden. Ik zeg win-win-win! Maar is dat ook echt zo?
Volgens mij is biologisch niet de juiste term. Het zout is het resultaat van een chemisch proces waarbij het metaal natrium wordt gekoppeld aan chloor. Dit is weinig biologisch, maar de basis is wel 100% plantaardig. Dit zout is een restproduct bij de productie van biodiesel. Behalve biodiesel ontstaat er glycerine (glycerine zorgt ervoor dat ruitenwisservloeistof niet bevriest) en natriumchloride (keukenzout).
Dit zout is natuurlijk een ramp voor Flora en Fauna, weinig biologisch volgens mij. Veel planten gaan dood aan te veel zout. En als er geen planten zijn zullen er op die plek vrijwel geen dieren meer voorkomen.
Het restproduct zout wordt dus verkocht als strooizout. Dit bestaat voor 97% uit natriumchloride en 3% uit het andere restproduct glycerine. Dit klinkt best wel duurzaam. Dit strooizout wordt niet rechtstreeks gedolven, maar het kan best dat het chemische proces (productie van biodiesel) meer energie kost dan het delven van strooizout. Om de term duurzaam op het bio-zout te plakken is dus maar zeer de vraag.
Conclusie
Biologisch, echt niet. Zoutstrooien blijft een ramp voor plant en dier. De manier waarop bio-zout wordt gewonnen kan beter zijn voor het milieu, maar of de methode daadwerkelijke duurzamer is, hangt van meer zaken af. Blijft er alleen nog over dat er preventief gestrooid kan worden, maar dat gebeurde vroeger natuurlijk ook al.”
*Naam bij de redactie bekend.
WinsumNieuws legde de e-mail voor aan wethouder Blok en vroeg een reactie.
Harmannus Blok: