Erik of het kleine insectenboek

Foto: Archief WinsumNieuws

Ik heb eindelijk ” Revival ” van Stephen King uit kunnen lezen. Zoals de schrijver is toevertrouwd ook deze keer weer een aangenaam boek om te lezen. Ik zal niet gaan uitwijden over de inhoud mocht iemand het nog willen lezen. Het is een verhaal met een vreemde plotwending en er komen mieren in voor zo groot als damesschoenen. Nou, niet alleen in dit boek.

Ik heb al dagen het gevoel of ik in de ” Wollewei ” uit Erik of het kleine insectenboek (Godfried Bomans, 1941) vertoef. De mieren zo groot als damesschoenen is een lachertje vergeleken met de mieren hier. Ik zweer dat de suikerpot om de haverklap ergens anders staat terwijl er geen mens in de tent is maar ik wel grote aantallen van die ijverige beestjes door de tent zie marcheren. De bekakte wespenfamilie Vliesvleugel woont niet in dat boek. Die wonen hier, bij ons in de tent! Je mept er één plat tegen het tent doek en de ander komt met een hautain lachje al binnen gevlogen rechtstreeks richting drinkglas of gezicht. De hommel die in het boek graag een filosoof wil zijn bromt hier alleen maar irritant rond. Het zijn vaak de corpulentere exemplaren die graag filosoferen meen ik te constateren.

IMG-20150803-WA0000

’s Nachts plassen is een hele onderneming. Naaktslakken durven zich overdag niet te vertonen, bang voor uitdroging. “Goed drinken” zou mijn moeder zeggen. Ik glij steevast op een paar uit wanneer ik er uit moet om in het pikkedonker een toilet te zoeken. Eriks Wollewei is hier, in Schoonoord en niet ergens in zijn fantasie. Ik wil niet op alle slakken zout leggen maar ik doe het ’s nachts stiekem toch.

 

Met vriendelijke groet,

John Tuinman

Cookieinstellingen