Weblog René Paas

Foto: Archief WinsumNieuws

‘Paasrapport’ februari

Dit is iets nieuws. Dit is mijn eerste ‘Paasrapport’. Voortaan wil ik elke maand een kort verslag doen over mijn werk als commissaris van de Koning in Groningen. Alleen in de zomermaanden zal het ritme wat minder ambitieus zijn. De maandberichten zijn een voorloper op het traditionele jaarverslag. In feite is het jaar op het moment dat dat verschijnt al in plakjes geserveerd. Als een maandelijkse ‘sneak preview’.

Wie mijn blog volgt, zal bekende ingrediënten tegenkomen. Sommige onderdelen haalden al eerder een weblog. Ook bloggen is voor mij een manier om te laten zien hoe mijn werkdagen verlopen en welke mensen ik ontmoet. De reacties die ik op de blogs krijg via sociale media en de website van de provincie zijn prettig. Zo kun je toch snel en makkelijk even contact hebben met elkaar. Wie de moeite neemt om mijn maandberichten te lezen, kan ze in datzelfde licht bezien. Een poging tot transparantie in een publiek ambt waarin overigens lang niet alles openbaar is.

Afhankelijk van mijn agenda zullen de maandberichten gaan over werkbezoeken aan gemeenten, over iets dat opviel in een vergadering van Provinciale Staten, over afspraken met bestuurders uit het buitenland of over de bestuurlijke samenwerking in Noord-Nederland – om maar een reeks onderwerpen te noemen. En dan het liefst zo concreet mogelijk. Dus als u mij erop betrapt dat ik bijvoorbeeld een woord als ‘stakeholder’ gebruik, mag u mij een seintje geven.

Een poging tot transparantie in een publiek ambt waarin overigens lang niet alles openbaar is.
Aan het eind van het jaar wil ik de maandberichten verzamelen en er een digitaal kaftje omheen doen. En dan heb ik meteen mijn persoonlijk jaarverslag als Commissaris van de Koning in Groningen al klaar! Voor de vaste lezers van mijn ‘paasrapport’ zal het jaarverslag geen nieuws bevatten. Ik ben benieuwd naar de reacties.

Na het schadeprotocol: de versterkingsoperatie

Zoals januari staat bijna helemaal in het teken van de gaswinning en de aardbevingen stond, met als voorlopig eindpunt de presentatie van het nieuwe schadeprotocol, zo is veel van mijn werktijd in februari besteed aan het vervolg: hoe zorgen we er voor dat de afspraken over de schadeafhandeling gaan werken en hoe kunnen we in de versterkingsoperatie de inwoners en de gemeenten een grotere rol geven?

En hoe kunnen we de versterkingsoperatie zó uitvoeren dat niet alleen de huizen, maar ook de voorzieningen, de infrastructuur en werkgelegenheid klaar zijn voor de toekomst? Hoe, kortom, kunnen we Groningen een plus geven? De andere hamvraag die we willen beantwoorden, is: hoe werken we samen met het kabinet de zin in het regeerakkoord uit, dat Groningen koploper is in de energietransitie?

Vragen stellen is meestal makkelijker dan ze beantwoorden. Dat is ook hier zo. Waarbij het ook nog zo is, dat de gesprekken over een ander, beter en nieuw schadeprotocol uiteindelijk gaat over bedragen die op ‘…oen’ eindigen. Gesprekken over de versterkingsoperatie en de energietransitie gaan over bedragen die eindigen op ‘… ard’. Dat alleen al, geeft alles een andere dimensie.

Afgezien van het geld, en waar dat geld voor nodig is, gaan gesprekken ook over hoe je het straks zo kunt regelen, dat inwoners zo min mogelijk ongemak hebben. En dat degenen om wie het gaat, de Groningers die wonen in het gaswinningsgebied, het gevoel hebben dat ze zelf aan het stuur zitten, samen met hun gemeenten en provincie en samen met het Rijk. Het gaat om hun huizen, hun dorpen en hun leven. We geven vorm aan de toekomst van onze provincie. Samen met degenen over wie dit vooral gaat.

Bijna elke week hebben we een intensief gesprek met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat. Met inbreng van het Gasberaad en de Groninger Bodem Beweging. De ene week in Den Haag. De andere in Groningen. Die overleggen worden ambtelijk voorbereid en de inbreng van de regio wordt vooraf besproken door provincie en gemeenten. Het vergt veel tijd en energie, niet alleen van bewoners en hun organisaties, maar ook van wethouders, gedeputeerden, burgemeesters, raads- en statenleden. Ik waardeer het enorm dat Minister Wiebes zoveel tijd en energie in de oplossing van deze problemen investeert, dat hij een groot deel van zijn portefeuille heeft moeten overdragen aan Staatssecretaris Mona Keizer.

Met al die bezoeken is het natuurlijk nog niet geregeld. Maar het maakt duidelijk dat gas in Groningen een nationale kwestie is.
Ondertussen geven diverse andere leden van het kabinet gehoor aan de oproep van Minister Wiebes om hem te helpen. Die oproep deed hij in de ministerraad. En dus is minister Ollongren van BZK al op bezoek geweest en heeft minister Slob van OCW een bezoek gebracht aan Bedum. Andere ministers en staatssecretarissen volgen nog. Met al die bezoeken is het natuurlijk nog niet geregeld. Maar het maakt duidelijk dat gas in Groningen een nationale kwestie is.

En dat is echt een trendbreuk. Niet alleen deze minister van EZK toont in woord en daad dat het hem ernst is, ook de andere leden van het kabinet zien de ernst van de situatie in. Ik bedoel: het is nog niet eerder voorgekomen dat er in ons provinciehuis op dezelfde dag twee ministers met ons vergaderden in de GS-kamer. Op 19 februari maakte ik deze primeur mee.

Dat stemt positief. Zoals de Grieken al zeiden: drastische tijden vragen om drastische maatregelen. En drastische maatregelen vergen de betrokkenheid van een heel kabinet.

Op bezoek in Bremen

Ik had in februari tweemaal de kans om de onregelmatige Duitse lessen die ik heb in de praktijk te brengen. Maar de eerste keer ging het eigenlijk direct al mis. Want de eerste taal die gesproken werd op 8 februari, op de bijeenkomst waar we aandacht gaven aan het Eems-Dollardverdrag tussen Duitsland en Nederland, was Nederlands. De vertegenwoordiger van energiegigant EWE maakte bekend dat zijn bedrijf vanwege goed nabuurschap besloten had ruim anderhalf miljard kubieke meter Gronings gas minder af te willen nemen. Dat is een slok op een borrel. Mijn avond kon niet meer kapot! Daarmee begon een informeel wedstrijdje hoffelijkheid. Want zoals mijn Duitse gastheer zijn kennis van het Nederlands etaleerde, zo wilde ik laten zien dat ik de Duitse taal inmiddels redelijk onder de knie heb. Hij won… ik hield mijn gelegenheidstoespraakje toch maar in het Nederlands. Maar vorige week, in Bremen, tijdens mijn werkbezoek aan honorair consul Hylke Boerstra, Staatsrätin Ulrike Hiller (Europa aangelegenheden), Senatorin Anja Stahman (Sociale aangelegenheden) en Harald Emigholz, (voorzitter IHK für Bremen und Bremerhaven en van “Metropolregion Nordwest”) kreeg ik meer tijd en gelegenheid om me in het Duits te uiten. Dat was ook het geval op 23 februari, tijdens de ontvangst bij Senator Günthner (Economie, Havenaangelegenheden) met aansluitend een diner in het kader van het Stiftungsfest der Ost Asiatische Verein.

Hij won… ik hield mijn gelegenheidstoespraakje toch maar in het Nederlands.
Waar gaan de gesprekken zoal over, tijdens een werkbezoek in Duitsland? Allereerst hoe we gezamenlijk voor inhoud kunnen zorgen. Dus komt in mijn gesprek met Staatsrätin Ulrike Hiller het voorstel langs van de Franse president Macron om 25 Europese universiteiten aan te wijzen met een excellente status. We spreken af om na te gaan of de onderwijsinstellingen van Groningen en Bremen belangstelling hebben voor een gezamenlijk voorstel. Natuurlijk komt de Wunderline voorbij, de beoogde spoorverbinding tussen Noord-Nederland en Noord-Duitsland. En hebben we het over de fondsen van de Europese Unie en de mogelijke doorwerking van Brexit.We zijn het erover eens dat de zogeheten cohesiefondsen van de EU van belang zijn voor alle lidstaten, en niet alleen voor de armste lidstaten. En dat de ‘Alleingang’ van het Verenigd Koninkrijk niet tot gevolg zou mogen hebben dat de EU-begroting geen ruimte meer heeft voor sociale fondsen.

De vertegenwoordiger van het bedrijfsleven in Bremen en Bremerhaven, Harald Emigholz, wil een stap verder dan alleen een spoorverbinding tussen beide regio’s. Het gaat hem ook om samenwerking tussen hogescholen en universiteiten op het gebied van energie en mobiliteit. Hij ziet ook kansen voor de gezondheidsbranche. We spreken af om te kijken hoe we dit concreet gestalte kunnen geven.

Als ik senator Anja Stahman spreek, die zich bezighoudt met Sociale Zaken, komt aan de orde hoe Bremerhaven omgaat met armoede, gezondheid, opvang en integratie en werkloosheid (in de regio Bremerhaven is een op de vijf mensen werkloos). De overeenkomsten met delen van de provincie Groningen zijn sterk. Ook in delen van onze provincie is tussen armoede en gezondheid en zaken als laaggeletterdheid of obesitas. Stahman herkent dit en we spreken af dat de senator bij ons op werkbezoek gaat, zodat we van elkaar kunnen leren. Een ‘Sozialausschuss’, heet dat..

Cookieinstellingen