Blog wethouder Bert Westerink, 28 november 2018

Foto: Archief HN

De kiezer en z’n gelijk

In Stad hielp ruim 40% van de kiezers GroenLinks vorige week aan elf zetels. GL-lijsttrekker mevrouw Glimina Chakor hoorde hierin “een duidelijk geluid van de kiezer voor klimaatverandering.”

Nou klopt het dat ‘de kiezer altijd gelijk heeft’. Maar dat slaat mijns inziens op de getalsmatige uitslag. Alleen in twee-partijen-stelsels spreekt de kiezer zich ook over de inhoud uit: Clinton óf Trump.
Het nummerieke gelijk van de Stadse winnaar is omgeven door inhoudelijk drijfzand. Want als de kiezer zich wilde uitspreken voor klimaatverandering, had het D66 niet afgestraft. En partijen die klimaat-sceptisch zijn kregen ook extra zetels van de kiezer.

Twijfelachtig

Het is sowieso twijfelachtig of een verkiezingsuitslag nog gezien kan worden als een positief geladen uitspraak. Uit onderzoek blijkt dat de kiezer na 1990 zich bij het stemmen in meerderheid laat leiden door iets waar hij of zij tegen is. ‘Tomaten-gooiers’ kregen de overhand. Sindsdien hebben niet-regeringspartijen de wind in de zeilen.
Naar verluidt zijn agrarisch ondernemers in het geannexeerde Ten Boer ongerust over de uitslag. Tsja, degenen onder hen die niet stemden, kregen hun ongelijk van de kiezer.

Waardering

Veehouder Henk Kooistra uit Lellens ging zeker stemmen. Hij staat als nummer 13 op de CU-lijst; één van de partijen met een agrarisch ondernemer als kandidaat. Hij zou een uniek lid van de CU-onderhandelingsdelegatie zijn.Ik citeer zijn recente artikel ‘De boer verdient meer waardering’:

“Nederland had 97.389 landbouwbedrijven in 2000. In 2017 nog 54.840; dat zijn dus 2500 bedrijven per jaar minder. Minder dan de helft van de agrarische bedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder kent een opvolger. Met snelle groei tot gevolg. Per generatie verdubbelt de bedrijfsomvang en halveert het aantal boeren. Maatschappelijk gezien is dat ongewenst. Immers, we willen met zijn allen graag weten waar ons voedsel vandaan komt, dat het liefst onbespoten wordt geproduceerd en met weinig mest en kunstmest, en dat koeien in de wei lopen -om maar wat dwarsstraten te noemen. Bovendien houden we van een aantrekkelijk en gevarieerd landschap, waar koeien, paarden, schapen en akkerbouwgewassen elkaar afwisselen.

Schiphol

Echter hoe groter de bedrijven, hoe meer deze zich gaan specialiseren en hoe moeilijker dit alles is te realiseren.” (..) Kooistra: “Hoewel het boerenbedrijf een prachtige manier van leven is, wordt dat niet altijd zo ervaren. Want het vereist ’24/7′ inzet, tegen een vooral voor starters tekortschietende vergoeding. (..) Veel boeren voelen zich ondergewaardeerd. Of het nu gaat over weidevogels, CO2-uitstoot, biodiversiteit, voedselveiligheid, dierenwelzijn of wat dan ook, de beleidsmakers wijzen met te veel gretigheid naar de boerenwereld.

Terwijl de boer op akker of weiland tobt, trekken boven hem de regelgevers hun CO2-spoor in de richting van Schiphol, terug van exotische oorden; razen achter hem de rijen blik voort naar nog onontgonnen pret, en moet de boer leven met de gedachte dat de klimaatverandering vooral aan hem te wijten is. En dan te bedenken dat zijn uitstoot vooral een kringloop betreft die al duizenden jaren dezelfde is. Dat is een onrechtvaardigheid die scherp gevoeld wordt.

Keutel

De boer moet letterlijk elke keutel verantwoorden, terwijl Maarten van der Weijden wordt afgeraden in Friesland te zwemmen, omdat dit land 13.000 open riooloverstorten heeft en ook de pleziervaart onbekommerd nat en droog overboord mag lozen, wat leidt tot e-coli-besmettingen.

Kooistra is zijn hele leven al met veel plezier veehouder. Zijn artikel is geen klaagzang, stelt hij, maar “een poging uiteen te zetten waarom te veel jonge mensen aarzelen om de ellende over zich af te roepen”. Hij geeft ook bijdragen tot oplossingen. Die citeer ik niet. Deze Stadse kiezer wil graag dat potentiële coalitiepartijen er zelf naar vragen.

Voor klimaatverandering.

Cookieinstellingen