Financiële tips en adviezen op WinsumNieuws

Foto: Archief HN

Roel Venema van Veldman & Van Dijk te Leens geeft maandelijks financiële tips en adviezen op WinsumNieuws. Doe uw voordeel er mee!!

EINDEJAARSTIPS & BELASTINGPLAN 2019

Lage BTW van 6 naar 9%
Op 1 januari 2019 gaat het BTW-tarief omhoog. En dus gaat de prijs van allerlei producten en diensten omhoog. Beroepsgroepen die te maken krijgen met de tariefsverhoging zijn onder meer fietsenmakers, kappers, schilders, klussers en kleermakers. Producten die onder het lage tarief vallen zijn onder andere voedingsmiddelen, boeken en medicijnen. Dit zult u in uw kassasysteem of boekhoudprogramma moeten (laten) aanpassen.

Nu betalen, 2019 leveren
Wie slim is, laat klanten nog dit jaar betalen en gaat komend jaar pas aan het werk. Dat zit zo: de Belastingdienst gat niet naheffen op in 2018 betaalde prestaties die pas in 2019 plaatsvinden. Denk aan kaartjes voor concerten of (sport)evenementen die pas volgend jaar plaatshebben. Hetzelfde geldt voor alle goederen en diensten waarop het verlaagde tarief van toepassing is, zoals bijvoorbeeld ook stukadoors- en/of verfwerkzaamheden aan huis. Het kan voor particulieren interessant zijn om al in 2108 te betalen voor dit soort diensten.

Digitale boeken en kranten
De BTW op e-boeken en e-kranten gaat vanaf 1 januari omlaag. Nu geld nog het hoge tarief (21%), maar net als de papieren versies vallen de digitale boeken en kranten voortaan onder het lage BTW-tarief.

Sportvrijstelling
De sportvrijstelling wordt verruimd. Diensten van sportorganisaties en sportclubs zijn vrijgesteld van BTW, als de organisatie of club geen winstoogmerk heeft en de diensten te maken hebben met sportbeoefening. Vrijgestelde diensten zijn: diensten door sportbonden en sportorganisaties aan de aangesloten sportclubs; diensten van sportclubs aan hun leden. Onder de verruimde regels wordt het aanbieden van sportmogelijkheden aan niet-leden vrijgesteld van BTW. Behalve het aanbieden van de sportmogelijkheid worden ook de diensten die nauw samenhangen met de beoefening van sport vrijgesteld, waaronder een sportaccommodatie.

Als u offertes verstuurt, is het verstandig om nu al melding te maken van het nieuwe 9% BTW-tarief voor werkzaamheden en leveranties in 2019.

BELASTINGPLAN 2019: ONDERNEMERSZAKEN EN DE AUTO

VERLAGING VPB-TARIEVEN
In de periode 2019-2021 gaan de tarieven voor de vennootschapsbelasting stapsgewijs omlaag. Het tarief in de eerste schijf (2018: 20%) wordt stapsgewijs verlaagd naar 15%. Het tarief in de tweede schijf (2018: 25%) gaat in stappen omlaag naar 20,5%. Met het schrappen van de afschaffing van de dividendbelasting valt er komend jaar ca. 1,9 miljard euro vrij. Bij het ter perse gaan van deze uitgave was de bestemming van deze extra middelen nog niet rond. De kans bestaat dat het kabinet de winstbelasting verder verlaagt.

BOX 2 IB: AANMERKELIJK BELANG
Het belastingtarief op winst uit aandelen (box 2 van de inkomstenbelasting; ‘aanmerkelijk belang’) gaat in 2020 van 25% naar 26,5%. In 2021 gaat het tarief verder omhoog, naar 26,90%. Met deze maatregel compenseert het kabinet de lagere tarieven van de vennootschapsbelasting. De maatregel treft belastingplichtigen met inkomsten uit aanmerkelijk belang. Daar is sprake van als u meer dan 5% van de aandelen van een vennootschap bezit.

Vpb-tarief
Winst t/m € 200.000 jaar Vanaf € 200.000
20% 2018 25%
19% 2019 25%
16,5% 2020 22,55%
15% 2021 20,5%

INPERKING VAN AFSCHRIJVING OP VASTGOED
De afschrijving van gebouwen in eigen gebruik wordt beperkt. U mag voortaan nog maar afschrijven tot de boekwaarde gelijk is aan de WOZ-waarde. Voor bedrijven die gebouwen eter belegging hebben gold deze beperkte afschrijving al. Volgens de oude regels kon worden afgeschreven tot 50% van de WOZ-waarde. Heeft u een gebouw vóór 1 januari 2019 in gebruik genomen en is op dat gebouw nog geen 3 jaar afgeschreven, dan mag u het gebouw deze 3 jaar alsnog volgens de oude regels afschrijven, tot maximaal 50% van de WOZ-waarde. De beperking geldt niet als u IB-ondernemer bent.

KLEINEONDERNEMERSREGELING IN 2020
Als kleine ondernemer met maximaal € 20.000 omzet kunt u vanaf 1 januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van omzetbelasting. Dit betekent dat u:
1. Geen BTW in rekening brengt aan uw afnemers. U vermeldt dus ook geen BTW meer op uw facturen;
2. Ontheven bent van het doen van BTW-aangiften en bijbehorende administratieve verplichtingen;
3. De BTW die andere ondernemers aan u in rekening brengen niet in aftrek kunt brengen.
De regeling geldt alleen voor de door u in Nederland verrichte goederenleveringen en diensten en gaat ook gelden voor bijvoorbeeld stichtingen, verenigingen en bv’s.

VERGROENING TAXIVERVOER
Het kabinet wil taxiondernemers aansporen om milieuvriendelijkere straattaxi’s en taxibusjes voor bijvoorbeeld vervoer van gehandicapten of leerlingen te kopen. Om vergroening van de taxibranche te bereiken, wordt de teruggaaf van de BPM voor taxivervoer afgeschaft. Dit moet de taxibranche prikkelen om minder vervuilende taxi’s en busjes aan te schaffen. De BPM is gekoppeld aan de CO2-uitstoot. Voor nul-emissie auto’s geldt een vrijstelling van BPM. Dit geldt voor straattaxi’s, contractvervoer en doelgroepenvervoer (zorg- en leerlingenvervoer) of een combinatie hiervan.

BIJTELLING ELEKTRISCHE AUTO
De overheid bouwt de voordeelregeling voor elektrische auto’s geleidelijk af. Vanaf 2019 gelden voor elektrische auto’s twee bijtellingscategorieën. Voor elektrische auto’s van de zaak tot een cataloguswaarde tot € 50.000 blijft het bijtellingspercentage gewoon 4%. Voor een elektrische auto die duurder is dan € 50.000 betaalt u per 1 januari 2019 22% bijtelling boven de € 50.000. Vanaf 20221 geldt voor alle elektrische auto’s een bijtellingspercentage van 22%. De bijtelling voor auto’s met CO2-uitstoot blijft in 2019 net als in 2018 gelijk: 22%. Het bijtellingspercentage geldt bij de eerste ingebruikname van de auto en ligt voor 5 jaar (60 maanden) vast.

Als u met een sluitende rittenadministratie kunt aantonen dat u op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé hebt gereden, hoeft u geen bijtelling te rekenen.

BELASTINGPLAN 2019: PRIVĖ

Het belastingstelstel verandert de komende jaren ingrijpend. De belasting op consumptie gaat omhoog, onder andere door de verhoging van het lage BTW-tarief van 6% naar 9%. Het fiscale voordeel van aftrekposten gaat de komende jaren stapsgewijs omlaag. Dit treft iedereen met een inkomen vanaf € 68.507. De veranderingen waar u privé mee te maken krijgt overzichtelijk op een rij:

BELASTING OVER INKOMEN NAAR TWEE SCHRIJVEN
Het belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1) gaat vanaf 2021 van vier belastingschijven naar twee belastingschijven. Ook wordt het minder van belang of het inkomen in een huishouden door één of twee personen wordt verdiend. De meeste tarieven van de inkomstenbelasting gaan al vanaf 2019 omlaag. Door deze verandering nemen de besteedbare inkomens toe vanaf een inkomen boven
€ 20.000 per jaar. De wijziging past in het beleid om arbeid minder zwaar te belasten en consumptie zwaarder (via de verhoging van het lage BTW-tarief)

ONBELASTE VRIJWILLIGERSVERGOEDING OMHOOG
De maximale onbelaste vergoeding voor vrijwilligers gaat per 1 januari 2019 omhoog tot maximaal
€ 170 per maand of maximaal € 1.700 per jaar. Nu is deze vergoeding nog € 150 per maand of maximaal € 1.500 per jaar. De organisatie waar de vrijwilliger werk voor verricht, is over het bedrag geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd.

Tegemoetkomingen in natura, zoals een voetbalshirt, vallen onder het bedrag van de onbelaste vergoeding. Onkosten boven het bedrag kunnen worden vergoed, als deze worden aangetoond.

VERHOGING HEFFINGSKORTING

Door een verhoging van de algemene heffingskorting neemt het besteedbaar inkomen van huishoudens met een inkomen tot € 50.000 per jaar toe. De algemene heffingskorting is afhankelijk van het inkomen: hoe lager het inkomen, hoe hoger de korting. De algemene heffingskorting bedraagt maximaal € 2.477. De algemene heffingskorting eindigt bij de ondergrens van de hoogste schijf van de loon- en inkomstenbelasting (€ 68.507). Werknemers en zelfstandigen met een belastbaar inkomen tussen de € 20.000 en € 60.000 per jaar, houden door een hogere arbeidskorting in 2019 netto meer salaris over.
Voor inkomens tot € 35.000 wordt het door een nieuwe opbouw van de korting aantrekkelijker om meer uren te gaan werken. Deze groep houdt door de hogere arbeidskorting netto meer over van het extra inkomen.

LOONHEFFINGSKORTINGEN 2019
Algemene heffingskorting maximaal € 2.477
Arbeidskorting maximaal € 3.399
Inkomensafhankelijke combinatiekorting maximaal € 2.835
Jonggehandicaptenkorting € 737
Groen beleggen 0,7%

MES IN AFTREKPOSTEN HOGE INKOMENS

Het aftrektarief van een aantal aftrekposten wordt in vijf jaar tijd afgebouwd. Bij de hypotheekrenteaftrek gebeurt dit al sinds 2014, maar het kabinet versnelt de afbouw, waarbij ook andere aftrekposten worden geraakt.
De maatregel treft iedereen met een inkomen vanaf € 68.507. Het kan hierbij netto om honderden euro’s gaan. Is uw inkomen lager, dan verandert er niets aan uw fiscale situatie.
Het gaat bij de maatregel onder andere om:
• De hypotheekrenteaftrek;
• De zelfstandigenaftrek;
• De MKB-winstvrijstelling;
• Giften;
• Partneralimentatie

Stapsgewijs verlaging tarief aftrekposten

Maximaal aftrektarief Aftrekposten Maximaal aftrekt-
Aftrekbare kosten tarief andere posten
Eigen woning jaar (o.a. zelfstandigenaftrek)

49% 2019 51,75%
46% 2020 46%
43% 2021 43%
40% 2022 40%
37,05% 2023 37,05%

VERVOLG BELASTINGPLAN 2019

VERLAGING EIGENWONINGFORFAIT
Voor woningen met een WOZ-waarde tussen de € 75.000 en € 1.060.000 gaat het eigenwoningforfait in 2019 met 0,15%-punt omlaag naar 0,65% (22018: 0,70%). Omdat de WOZ-waarde in de lift zit door de stijgende huizenprijzen, zal het voordeel van de verlaging van het percentage voor een belangrijk deel weer verloren gaan.

30%-REGELING VERKORT TOT VIJF JAAR
De maximale looptijd van de 30%-regeling (ook bekend als de ‘expatregeling’, een fiscale regeling voor werknemers uit het buitenland) wordt per 1 januari 2019 verkort van acht naar vijf jaar. De verkorting gaat gelden voor zowel nieuwe als bestaande gevallen. De 30% regeling geeft werkgevers de mogelijkheid om een deel van het loon, maximaal 30%, belastingvrij te vergoeden aan werknemers uit het buitenland die tijdelijk in Nederland werken. Voor werknemers voor wie de 30%-regeling door de verkorting van de looptijd in 2019 of 2020 zou eindigen, komt er een overgangsrecht.

FIETS VAN DE ZAAK
De ‘fiets van de zaak’ wordt een stuk aantrekkelijker gemaakt door een versimpeling van de fiscale fietsregeling. Voor de bijtelling voor de fiets van de zaak geldt vanaf komend jaar een bijtellingspercentage van 7%. De regeling geldt voor fietsen, e-bikes en speed pedelecs. Als een werknemer een elektrische fiets ter waarde van € 2.000 in gebruik krijgt van de werkgever, bedraagt de jaarlijkse bijtelling € 140.

ENERGIEBELASDTING OMHOOG
Het tarief in de eerste schijf voor energiebelasting voor aardgas gaat met € 0,03 per m3 omhoog. Elektriciteit gaat met € 0,0072 per kWh omlaag. Voor een huishouden met een gemiddeld energieverbruik betekent dit dat de belastingen op energie in 2019 met circa € 130 stijgen (bij gelijkblijvend verbruik)

VERHAAL VOORDEEL BELASTINGONTWIJKING
Het kabinet heeft de maatregelen verruimd om constructies die bedoeld zijn om belastingbetaling te ontlopen tegen te gaan. Dit gebeurt onder meer door extra mogelijkheden voor de Belastingdienst om belasting te innen bij diegene die voordeel heeft gehad van de constructie. De nieuwe regeling is beperkt tot situaties waarin er sprake is van het bewust ontlopen van belastingbetaling.

HET WORDT DRUK, NIET ALLEEN OP DE WEG

Het filerecord van 2018 staat vooralsnog op 970 km, op 30 oktober. Het slechte nieuws: de komende jaren wordt het er niet beter op. Sinds 2005 legden we gezamenlijk 10 miljard kilometer meer af. Ook in het openbaar vervoer is en wordt het alleen maar drukker.

Groei vervoer 2017-2023
Wegverkeer hoofwegennet 10%
Vertraging 35%
Openbaar vervoer
Bus, tram, metro 6%
Trein 14%
Luchtvaart
Passagiers 21%
Goederen 29%
Goederenvervoer
Weg 12%
Binnenvaart 5%
Spoor 7%
Zeevaart 9%

HOGERE HYPOTHEEK EN NHG VOOR VERDUURZAMING WONING

De premie voor een hypotheek met Nationale Hypotheekgarantie (NHG) gaat per 1 januari 2019 omlaag. Woningeigenaren die een hypotheek met NHG aanvragen, betalen eenmalig 0,9% over de hoogte van hun hypotheek in plaats van de huidige 1%. Omdat de gemiddelde woningwaarde dit jaar is gestegen, gaat de waarde waarbij een NHG kan worden verkregen omhoog van € 265.000 naar
€ 290.000. Huiseigenaren kunnen extra lenen voor het verduurzamen van de woning, bijvoorbeeld voor isolatiemaatregelen of zonnepanelen, tot 106% van de waarde van de woning (maximum NHG-hypotheekbedrag: € 307.400). Voor ‘normale’ hypotheekschulden is het maximum 100%.

Op de site van NHG (www.nhg.nl) kunt u het boekje ‘Haal meer energie uit je hypotheek’ downloaden, over het meefinancieren van energiebesparende voorzieningen aan de woning.

EIGEN RISICO VERHOGEN OF NIET?
Als u een spaarpotje heeft, en geen gezondheidsklachten kan het verhogen van het eigen risico interessant zijn. Iedereen in Nederland betaalt minimaal € 385 euro eigen risico op de zorgverzekering. U kunt dit bedrag verhogen tot maximaal € 885. Om te beginnen: het bezoek aan de huisarts gaat niet van het eigen risico af. Een verhoging van het eigen risico met € 500 scheelt rond de € 20 aan premie per maand. Op jaarbasis: een premiekorting van ruim € 200. Dus zelfs als u het volledige eigen risico moet aanspreken, bent u hooguit € 300 extra kwijt in vergelijking met het standaard eigen risico.

KLEINE PENSIOENEN VERVALLEN

Op 1 januari 2019 vervallen heel kleine pensioenen tot € 2 bruto per jaar. Het geld gaat naar het pensioenfonds of de verzekeraar. Om uw pensioen veilig te stellen, moet u vóór 1 januari 2019 actie ondernemen.
Op dit moment mogen pensioenfondsen en verzekeraars pensioenen tot € 474,11 per jaar afkopen. U krijgt de waarde van het pensioen op uw bankrekening gestort. De overheid wil dat veranderen. Vanaf 1 januari 2019 zijn er drie mogelijkheden:
1. Het pensioen blijft staan bij het pensioenfonds of verzekeraar;
2. Het pensioen wordt samengevoegd met andere kleine pensioenen;
3. Het pensioen gaat naar het pensioenfonds of verzekeraar waar u nu pensioen opbouwt.
Op Mijnpensioenoverzicht.nl kunt u bekijken welke pensioenen u hebt opgebouwd. Als er een pensioen bij zit van minder dan € 2 per jaar, moet u snel handelen en vóór 1 januari 2019 het pensioen laten uitbetalen of laten doorstorten naar uw huidige pensioenverzekering.

Heeft u een klein pensioen lopen, dan kunt u in 2019 verzoeken tot een waardeoverdracht naar het fonds of de verzekeraar waar u nu pensioen opbouwt.

OUDEDAGSVERPLICHTING DGA
Op 1 april 2017 is de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer in werking getreden. U kunt als directeur-grootaandeelhouder (dga) sindsdien geen pensioen meer opbouwen in de eigen bv. Bestaande pensioenvoorzieningen in eigen beheer moeten vóór eind 2019 worden afgekocht of omgezet in een oudedagsverplichting. U kunt deze oudedagsverplichting geheel of gedeeltelijk onderbrengen als lijfrente bij een verzekeraar. Doet u dat niet, dan moet u uiterlijk 2 maanden na het bereiken van de AOW-leeftijd een uitkering aankopen bij de bv, die u krijgt uitbetaald in 20 jaarlijkse, gelijke termijnen. Deze uitkering kunt u ook eerder laten ingaan, maar niet eerder dan vijf jaar vóór het bereiken van de AOW-leeftijd. Heeft u een (ex-)partner? Dat hebt u schriftelijke instemming nodig van uw partner.

5 MANIEREN OM UW PENSIOEN AAN TE VULLEN

1. Pensioenverzekering of banksparen.
Het begint met discipline. Bijvoorbeeld door maandelijks geld opzij te zetten voor uw pensioen via een lijfrenteverzekering, zzp-pensioen of banksparen. De inleg is aftrekbaar (maar niet onbeperkt, uw NOAB-adviseur kan dit voor u uitrekenen).
2. Fiscale oudedags-reserve (for).
Via de fiscale oudedagsreserve mag u een deel van de winst (maximaal 9,8%) reserveren voor uw pensioen. Dit scheelt nu qua belastingheffing, maar uiteindelijk moet u het geld omzetten in een lijfrente.
3. Zelf sparen en beleggen
U kunt ook zelf sparen of beleggen voor uw pensioen. Het voordeel hiervan is dat u zelf bepaalt hoe en wanneer u het geld besteedt. Nadeel: over spaargeld en beleggingen betaalt u elk jaar een vermogensrendementsheffing in box 3.
4. Extra aflossen op hypotheek
Extra aflossen verlaagt de woonlasten. En bij verkoop van het huis belandt het geld in uw eigen portemonnee. Nadeel! Over het bedrag dat u aflost, betaalt u geen rente meer. Hierdoor daalt de renteaftrek bij uw belastingaangifte. Laat u goed adviseren.
5. Werken naast het pensioen
Als u uiteindelijk toch te weinig inkomen heeft, kunt u (blijven) werken na uw pensionering. Dit heeft geen gevolgen voor uw AOW.

NIEUWE WET ARBEIDSMARKT IN BALANS: DE HOOFDLIJNEN

Met nieuwe regels rond ontslag, vastte contracten en flexcontracten in het wetsvoorstel ‘Arbeidsmarkt in balans’ wil het kabinet de verschillen tussen mensen met vastte en tijdelijke contracten kleiner maken en de balans op de arbeidsmarkt herstellen. Kort door de bocht: vast wordt minder vast, flex wordt minder flex. Voor nu de hooflijnen, de uitwerking volgt als de beleidsplannen verder vormkrijgen.

VERSOEPELING ONTSLAGRECHT
Het wordt voor een werkgever makkelijker om iemand te ontslaan omdat hij voortaan meer verschillende redenen voor ontslag mag opgeven. Nu is het nog zo dat de werkgever bij de rechter één volledig bewezen, doorslaggevende ontslaggrond moet aanvoeren. De optelsom van problemen (denk aan regelmatig te laat, ruziesfeer, broddelwerk) is straks voldoende om een medewerker te kunnen ontslaan. Daar staat wel tegenover dat de rechter een hogere ontslagvergoeding (de helft hoger dan nu) kan toekennen.
Deze transitievergoeding is nu (2018) nog maximaal € 79.000. In de plannen van minister Koolmees krijgen álle medewerkers, dus ook tijdelijke krachten, vanaf dag één (in plaats van na twee jaar nu) recht op deze transitievergoeding.

U moet uw zaak kunnen onderbouwen. Bewaar gespreksverslagen, officiële waarschuwingen en de correspondentie over het functioneren in het personeelsdossier.

VASTE EN TIJDELIJKE CONTRACTEN
Er komt een financiële prikkel om werkgevers meer mensen in vaste dienst te laten nemen. De WW-premie voor vaste krachten komt lager te liggen dan die voor flexkrachten. Voor medewerkers die meteen voor onbepaalde tijd worden aangenomen, gaat een proeftijd van vijf maanden gelden, in plaats van de huidige twee. Over de gewerkte maanden is de werkgever dan wel de transitievergoeding verschuldigd. Bij contracten langer dan twee jaar is een proeftijd van drie maanden toegestaan. Bij andere contracten verandert er niets. Werkgevers hoeven onder de nieuwe regels pas na drie jaar een vast contract aan te bieden, in plaats van na twee jaar nu. Met de verlenging naar drie jaar wil het kabinet het ‘draaideureffect’ van opeenvolgende tijdelijke contracten voorkomen.

NIEUWE BETALINGSREGELING BELASTINGDIENST

De twee betalingsregelingen van de Belastingdienst, voor belastingschuld en voor toeslagschuld, worden vervangen door één regeling. Schulden aan de Belastingdienst moet u voortaan binnen twaalf maanden terugbetalen. U bepaalt zelf in hoeveel termijnen u dat doet, met een minimumbedrag van € 50 per keer. Lukt het u niet de schuld binnen een jaar te voldoen, dan moet u zelf direct een ‘maatwerkregeling’ aanvragen. Hierbij kijkt de Belastingdienst naar uw persoonlijke situatie. U krijgt maximaal twee jaar de tijd om uw schulden te voldoen.

U kunt een voorlopige aanslag aanvragen, waardoor u iedere maand al een deel van de belastingen vooruitbetaalt. U kunt ook een verzoek indienen als u geld terugverwacht, bijvoorbeeld vanwege de hypotheekrenteaftrek.

VERLIESVERREKENING BOX 2
Als uw inkomen uit aanmerkelijk belang negatief is, is sprake van een te verrekenen verlies uit aanmerkelijk belang. Het verlies kan bijvoorbeeld ontstaan als gevolg van een faillissement, liquidatie of verkoop van het aanmerkelijk belang tegen een lagere prijs dan de aankoopprijs. U kunt het verlies vanaf 2019 over maximaal zes boekjaren verliezen verrekenen met de winst. Nu is de verliesverrekening nog negen jaar. Lijdt u verlies in 2018? Dan mag u dat nog verrekenen tot 2027. Verlies in 2019? Mag u dat dus nog maar verrekenen tot 2025. Vermoedelijk komt er een overgangsrecht, waardoor u verliezen uit 2019 en 2020 mag verrekenen vóór de verliezen uit 2017 en 2018. NB. De termijn voor achterwaartse verliesverrekening (Carry back) verandert niet. Deze blijft één jaar.

Als u geen aanmerkelijk belang meer heeft, maar nog wel een overrekend verlies, dan mag u dit verlies na twee jaar omzetten in een belastingkorting. W NOAB-adviseur kan u hierin adviseren.

Het aantal web verkopen blijft stijgen. Het eerste halfjaar van 2018 kochten Nederlanders voor € 11,8 miljard aan producten en diensten. Iets meer dan één op de tien producten wordt via webwinkels aangeschaft. (bron: GFK)

NIEUWE CODE CONSUMPTIEF KREDIET
De branchevereniging voor kredietverleners (VFN) voert op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) strengere regels voor consumptieve kredietverlening door. De nieuwe gedragscode gaat per 1 mei 2019 in. Bij doorlopende kredieten zal gedurende de looptijd van het doorlopende krediet regelmatig worden getoetst of het uitstaande krediet nog past bij de financiële situatie van de consument. Is dit niet meer het geval, dan zal in overleg met de consument naar oplossingen worden gezocht. De gedragscode besteedt ook aandacht aan de zogenoemde lock-up-problematiek, waarbij consumenten niet (meer) kunnen overstappen naar een andere kredietaanbieder (bijvoorbeeld door strengere leennormen of veranderingen in de persoonlijke situatie).

De maximale looptijd van nieuwe doorlopende kredieten wordt beperkt tot maximaal vijftien jaar.

LANGER PARTNERVERLOF
Werknemers krijgen vanaf 2019 een week doorbetaald verlof als hun vrouw of vriendin net is bevallen. Het partnerverlof is nu nog twee dagen. De werknemer kan het verlof meteen opnemen, maar ook in de eerste vier weken na de bevalling. De kosten zijn voor de werkgever. Vanaf 1 juli 2020 mag de partner binnen het eerste halfjaar na de geboorte vijf weken onbetaald opnemen met recht op een UWV-uitkering van 70% van het loon. De wetswijziging moet nog worden goedgekeurd.

Vrouwelijke zzp’ers en ondernemers die zwanger zijn, hebben recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering. Dit geldt ook voor in de onderneming meewerkende echtgenoten die zwanger zijn. De uitkering loopt via het UWV.

ONTSLAGVERGOEDING VLAK VÓÓR PENSIOEN
Een werknemer die vlak vóór zijn pensioen wordt ontslagen, heeft recht op de wettelijke ontslagvergoeding. In de Wet werk en zekerheid staan geen redenen om de ontslagvergoeding te beperken tot de reële inkomstenderving. Oók al valt de vergoeding hoger uit dan het loon dat de werknemer tot zijn pensioen nog had kunnen verdienen. Volgens de Hoge Raad heeft de wetgever gekozen voor een abstract en gestandaardiseerd stelsel zonder uitzonderingen. Dat iemand bijvoorbeeld al een nieuwe baan heeft gevonden, maakt voor het toekennen van de vergoeding niet uit.

OPENINGSTIJDEN
Winkeleigenaren zijn vanaf 1 april 2019 niet meer gehouden aan eenzijdig opgelegde openingstijden waarmee ze zelf niet vooraf expliciet hebben ingestemd. De maatregel laat de contractvrijheid in stand: bent u als ondernemer met uw verhuurder of met uw inkooporganisatie contractueel overeengekomen dat een winkel op koopavond open moet zijn, dan bent u daar contractueel aan gebonden.

PRIVĖGEBRUIK AUTO VAN DE ZAAK
Als u een (bestel)auto tot het bedrijfsvermogen rekent, moet u in de laatste aangifte van het jaar de btw-correctie voor privégebruik opnemen. Deze correctie bedraagt 2,7% van de catalogusprijs van de auto, inclusief btw en bpm. De btw-correctie geldt ook voor de auto die u gebruikt op basis van operational lease of financial lease.

Cookieinstellingen