Waardige en indrukwekkende Holocaust- herdenking Het Hogeland

HET HOGELAND – Met: “104.000 stenen. 104.00 namen. 104.000 mensen. 104.000 levens. 104.000 mede- Nederlanders”, begon burgemeester Henk Jan Bolding zijn toespraak tijdens de Holocaust- herdenking van gemeente Het Hogeland voor het gemeentehuis te Winsum. De heer Bolding vervolgde met: ” Vandaag staan we stil, vandaag staan we indringend stil, In het bijzonder  bij de 212 Joodse inwoners die in de huidige gemeente Het Hogeland ooit het levenslicht zagen. Die in de oorlogsjaren van huis en haard, van hun wortels, werden verdreven. Die een anoniem einde vonden in een gruwelijke, gewetenloze, door haat verblinde vernietigingsmachinerie, vaak ver weg van hun geboortegrond.
Jongens. Meisjes. Ouders. Grootouders. Mannen. Vrouwen. Buren. Klasgenootjes. Vrienden. Bekenden. Vaak van de ene op de andere dag van de aardbodem verdwenen. Weggevoerd Onbewoonde huizen. Een lege schoolbank. Een winkel, opeens gesloten. Een lege plek op de gymvereniging; in een voetbalelftal; bij de toneelclub. De jongste, peuter Rachelina Rosa Broekema. Die – maar drieënhalf jaar oud – werd vermoord in het verre Auschwitz. Die de kans niet was gegund op te groeien, naar school te gaan, een toekomst op te bouwen. De oudste, de 91-jarige Levie van der Hal. Die zonder mededogen uit zijn vertrouwde omgeving werd  gerukt, om in Sobibor voor het laatst het daglicht te vangen. Die het niet gegund was zijn laatste dagen in rust te slijten in het dorp waarmee hij zo  vergroeid was.
En al die andere geboren Hogelandsters. Allemaal unieke mensen. Uit Bedum en Eenrum. Uit Winsum en Leens; Uithuizen en Warffum. Uit Schouwerzijl en Zandeweer, Usquert en Ulrum en andere dorpen. Die een afschuwelijk einde vonden in vernietigingskampen, door Duitse kogels, door ziekte, honger en ontbering. Beschimpt, vernederd, vervolgd, vertrapt; achteloos afgedankt.”
In zijn toespraak, die door ongeveer 200 mensen werd bijgewoond, hield de burgemeester het gehoor vervolgens voor dat er geen feestelijkheden rond 75 jaar vrijheid mogelijk zijn zonder de mensen te gedenken die in de donkere oorlogsjaren het leven lieten. “Geen blijdschap en vreugde over driekwart eeuw kunnen zeggen en schrijven wat je vindt en voelt, zonder in diep zwijgen stil te staan bij hen die door bruut niets ontziend geweld, door tirannie, door willekeur, door rassenhaat uit het bestaan zijn gerukt. Er zijn geen woorden voor.
Het is een beangstigende gedachte en een huiveringwekkende besef dat de mensheid door een verblinde en haatdragende ideologie tot zulk een onbeschrijfelijk kwaad in staat is. Zoals Anna Arendt ons heeft duidelijk gemaakt toen zij schreef over de banaliteit van het kwaad en de kiem van Auschwitz: Zij schreef: het radicale kwaad bestaat uit de vernietiging van de menselijke waardigheid, pluraliteit en vrijheid waardoor zelfs de vernietiging van mensen mogelijk wordt. Een doelgerichte ontmenselijking. Dat is waar Auschwitz voor staat.”
Hogelandsters
De burgemeester: “212 namen. 212 mensen. 212  levens. 212 geboren Hogelandsters. Ze klinken hier dadelijk allemaal. Om vervolgens te worden opgenomen, weg te sterven in het duister van een winteravond.
Die 212 inwoners vergeten we niet; die vergeten we nooit. Die hebben we in ons hart gesloten. Die blijven levend, geëtst in onze herinnering.  Die blijven we gedenken. Gisteren. Vandaag. Morgen. Altijd. Omdat we ze niet mógen vergeten.”
De burgemeester sloot af met: “De vraag : “wat zou ik hebben gedaan” is confronterend en richt zich op het verleden. De vraag “wat doe ik nu” is ook confronterend en uitdagend en richt zich op het  heden.
Uit naam van de menslievendheid en uit naam van al die mensen die wij vanavond gedenken moeten we tegen elkaar zeggen: dit nooit weer!”
Gedicht
Mevrouw Jantje Koning-Knol, secretaris van dorpsbelangen Leens droeg vervolgens een gedicht voor.
Voorlezen van de namen
Na het voorgedragen gedicht werden door  vertegenwoordigers van de herdenkingscomités in de gemeente Het Hogeland de namen van de 212 vermoorde mensen voorgelezen (Ter nagedachtenis en eerbetoon staan alle namen onderaan de tekst). Namen van hele gezinnen, hele families, namen van jonge kinderen en oude mensen.
Namen waar de meeste aanwezigen geen gezicht bij kennen, maar de waardige manier waarop ze werden uitgesproken bracht de mensen achter de namen even terug, terug in hun gemeente, terug voor hun gemeentehuis, terug in de statige laan, terug in ons midden onder de extra treurig hangende takken van de boom die zichtbaar mee leed.
Gedicht
Docent Jacob Bosma en leerling Zoë Groenhagen van CSG Winsum droegen gezamenlijk het gedicht ‘Kleine banneling’ van Karel Eykman voor.
Onthulling monument
Ter afsluiting van de herdenking werd het monument ‘Levenslicht’ van kunstenaar Daan Roosegaarde onthuld. Met  104.000 lichtgevende stenen – gelijk aan het aantal slachtoffers uit Nederland – staat het kunstwerk symbool voor de impact van de Holocaust. De stenen worden verdeeld over de verschillende gemeenten waar Joden, Roma en Sinti woonden.
De stenen lichten om de paar seconden op en doven daarna weer. Dit gebeurt tussen 17.00 en 22.00 uur. Ze staan symbool voor de levens die in de gemeente gemist worden.
Burgemeester Bolding en de heer
Knorringa uit Emmen die in de oorlog in Het Hogeland ondergedoken heeft gezeten maakten als eersten een rondje om het monument. De heer Knorringa later bij de koffie: “Ik vond het een erg mooie herdenking. In de beslotenheid van een relatief kleine groep aanwezigen komt alles veel intenser binnen. Gemeente Het Hogeland heeft een prachtige, waardige herdenking gehouden.”
Het monument ‘Levenslicht’ is tot en met 9 februari te bekijken vóór het gemeentehuis in Winsum. Op 4 mei krijgt het monument een definitieve plek op de Joodse begraafplaats in Leens.
Muziek
Terwijl de meeste aanwezigen een rondje om het monument liepen klonken er klanken van een accordeon en een sopraansaxofoon. De expressieve melodietjes, zo kenmerkend voor de Joodse Klezmer- muziek klonken  melancholisch en weemoedig in de kilte van de typische januari-duisternis. Bij de koffie werd over de muziek van Bolle en Co uit Noordpolder zeer lovend en met bewondering nagesproken. (Een filmpje met typische Klezmermuziek staat onder de tekst)
De 212 namen van Holocaust slachtoffers geboren in gemeente Het Hogeland:
Izaäk Akker,   negen en zeventig jaar
Jacob Filippus Akker,   acht en zeventig jaar
Hendelina Regina Bamberg,   zeven jaar
Mathilde Bamberg,   negen jaar
Henderica Bamberger,   negen en dertig jaar
Joseph Bamberger,   veertig jaar
Reina Bamberger,   zeven en dertig jaar
Roosje Barends – van Hessen,   vier en zestig jaar
Margiena Barnstein – Knorringa,   zeven en vijftig jaar
Judith Ellina Behr – Ekstein,   zes en dertig jaar
David Benninga,   vijf en zestig jaar
Esther Benninga,   één en zeventig jaar
Frouwktje Benninga,   vier en vijftig jaar
Hendriejette Benninga,   twee en zestig jaar
Jacob Benninga,  acht en zestig jaar
Jakob Benninga,   vijf en twintig jaar
Kaatje Benninga,   zestien jaar
Lea Benninga,   vijftig jaar
Levie Benninga,   twee en zestig jaar
Philippus Benninga,   tien jaar
Mozes Benninga,   één en zestig jaar
Noach Benninga,   drie en vijftig jaar
Rebekka Benninga,   één en zestig jaar
Simon Benninga,   negen en vijftig jaar
Jacoba Benninga – van Dam,   vier en veertig jaar
Frederika van Berg,   zeventien jaar
Izack Jonatan van Berg,   zeven en vijftig jaar
Marchien van Berg,   vier en zestig
Regina Blein – Hoogstraal,   negen en vijftig jaar
Hinderina Bohemen – Boomstra,   één en zeventig jaar
Lewina Bohemen – van Dam,   vier en veertig jaar
Abraham Boomstra,   twee en vijftig jaar
Levie Boomstra,   twee en zestig jaar
Philippus Boomstra,   vijf en vijftig jaar
Benjamin Heiman Broekema,   acht en dertig jaar
Rachelina Rosa Broekema,   drie jaar
Reina Rachelina Rosa Broekema,   zes jaar
Reina Broekema – van Dam,   zeven en zeventig jaar
Eva Bromet – van der Hal,   zes en vijftig jaar
Klaartje Bromet – van der Hal,   drie en zestig jaar
Ida van Buuren – Neerduin,   vijf en dertig jaar
Hester de Casseres – Seijffers,   zeven en vijftig jaar
Eva van Coevorden – Leviet,   zeven en dertig jaar
Herman Jakob Cohen,   één en zestig jaar
Zoetine Kaatje Cohen – Benninga,   twee en twintig jaar
Mietje Cohen – Gans,   negen en vijftig jaar
Mietje Cohen – Goldsmith,   twee en zestig jaar
Klaartje Cohen – van der Hal,   zeven en dertig jaar
Frouwkje Cohen – Knorringa,   negen en vijftig jaar
Rika Cohen – Meijer,   drie en zestig jaar
Saartje Consenheim – Eckstein,   één en zeventig jaar
Izaäk van Dam,   negen en veertig jaar
Levi van Dam,   zeven en zeventig jaar
Levie van Dam,   twee en dertig jaar
Rebecca van Dam,   twee en zeventig jaar
Sophia van Dam – van Hessen,   acht en zestig jaar
Frouwkje van Dam – Hoogstraal,   vijf en vijftig jaar
Martha Denneboom – Hoogstraal,   vijftig jaar
Emanuel Eckstein,   vier en zestig jaar
Salomon Eckstein,   zeventig jaar
Salomon Eckstein,   zestig jaar
Belia Ekstein – van Geuns,   zes en vijftig jaar
Sophia Goltje Emanuel – van Berg,   zestig jaar
Esther Frank – van der Hal,   vijf en vijftig jaar
Arent Gans,   negentien jaar
Filippus Gans,   twee en twintig jaar
Frouke Gans,   één en twintig jaar
Henderikus Gans,   zeventien jaar
Izaak Gans,   zes en vijftig jaar
Karel Gans,   vier en veertig jaar
Margaretha Gans,   vier en veertig jaar
Hendrikje Gans – Gans,   drie en tachtig jaar
Jozef Garson,   twee en zestig jaar
Mietje van Gelder – Akker,   drie en zeventig jaar
Jettina Lowiena van Gelder – Knorringa,   één en twintig jaar
Levi Ephraïm van Geuns,   dertig jaar
Lewi van Geuns,   acht en zestig jaar
Sander van Geuns,   drie en zestig jaar
Rachel van Geuns – Cohen,   vier en zestig jaar
Golina Sophia de Glint – van Dam,   vijf en dertig jaar
Jeanne Godfried,   drie en vijftig jaar
Hartog Godschalk,   vier en vijftig jaar
Klaartje Godschalk,   vijf en vijftig jaar
Klaartje Perlina Goldsmid – van der Hal,   drie en veertig jaar
Alida Goldsmit – Seyffers,   twee en vijftig jaar
Frederika Goldsmith,   acht en zestig jaar
Jakob Goldsmith,   zeven en zeventig jaar
Bertha Gorter – Leviet,   zeven en dertig jaar
Elzina Gronsveld,   zestig jaar
Grietje Gronsveld,   twee en vijftig jaar
Izaäk Gronsveld,   zes en vijftig jaar
Abraham van der Hal,   drie en zestig jaar
Benjamin van der Hal,   zestig jaar
Comprecht van der Hal,   drie jaar
Goltje van der Hal,   dertien jaar
Hartog van der Hal,   drie en vijftig jaar
Hartog van der Hal,   negen en dertig jaar
Herman van der Hal,   acht en twintig jaar
Israël van der Hal,   acht en vijftig jaar
Jezaija Hartog van der Hal,   zestig jaar
Jozef Benni van der Hal,   tien jaar
Julius van der Hal,   vier en twintig jaar
Levie van der Hal,   één en negentig jaar
Levie van der Hal,   zeven en zestig jaar
Roza Geertje van der Hal,   negen jaar
Salomon van der Hal,   zes en vijftig jaar
Salomon Hartog van der Hal,   één en veertig jaar
Samuel van der Hal,   twee en zestig jaar
Kaatje van der Hal – Cohen,   zes en vijftig jaar
Selma van der Hal – van Dam,   vier en dertig jaar
Lea Hamme – de Vries,   zeven en zeventig jaar
Lea van Haren – Benninga,   drie en zestig jaar
Aaltje van Hessen,   één en zestig jaar
Heiman van Hessen,   vier en zestig jaar
Izaäk van Hessen,   twee en zestig jaar
Simon van Hessen,   drie en zestig jaar
Kaatje van Hessen – van Hessen,   zeven en zestig jaar
Grietje Hildesheim – van der Hal,   zeven en twintig jaar
Abraham Hoogstraal,   zes en zestig jaar
Hartog Hoogstraal,   drie en vijftig jaar
Isaäc Hoogstraal,   negen en veertig jaar
Mozes Hoogstraal,   vijf en vijftig jaar
Salomon Hoogstraal,   zes en vijftig jaar
Salomon Hoogstraal,   vijf en zestig jaar
Lucretia Hoogstraal – van der Hal,   acht en zestig jaar
Mina Sophia van Hoorn,   drie en vijftig jaar
Esther Huisman – Simmeren,   drie en zestig jaar
Eva Joosten – Gans,   twee en zestig jaar
Johanna van der Kaars – Goldsmith,   twee en zeventig jaar
Regina Kat – Simmeren,   twee en zeventig jaar
Frouwke Klein – Knorringa,   zeven en vijftig jaar
Benjamin Levie Knorringa,   vier en zestig jaar
Betto Johan Knorringa,   negentien jaar
Carel Knorringa,   één en vijftig jaar
Carel Joseph Knorringa,   twintig jaar
Herman Knorringa,   negen en vijftig jaar
Leopold Knorringa,   zes en twintig jaar
Louis Knorringa,   drie en vijftig jaar
Maurits Salli Knorringa,   zeven en vijftig jaar
Philippus Knorringa,   één en zestig jaar
Philippus Knorringa,   drie en zestig jaar
Sallie Knorringa,   zes en vijftig jaar
Salomon Knorringa,   drie en zestig jaar
Salomon Frederikus Knorringa,   negentien jaar
Sally Maurits Knorringa,   vier en vijftig jaar
Henderika Knorringa – Gronsveld,   acht en vijftig jaar
Henderika Kopuit – Mendels,   vijf en zeventig jaar
Bettje Koster – Knorringa,   negen en zeventig jaar
Heintje Labrijn – Seijffers,   vier en vijftig jaar
Rozette de Lange – de Vries,   zes en vijftig jaar
Hulda Levie – van Berg,   drie en vijftig jaar
Henrika Levie – Hoogstraal,   zeven en vijftig jaar
Jacoba de Levie – van Dam,   vijf en zeventig jaar
Comprecht Leviet,   twee en dertig jaar
Henoch Leviet,   twee en dertig jaar
Henriëtte Leviet,   dertig jaar
Judith Lena Leviet,   zes en dertig jaar
Rachel Leviet – Hoogstraal,   zes en tachtig jaar
Mozes Mendels,   twee en zeventig jaar
Henriëtte Cornelia Metz,   één en zeventig jaar
Jacob Daniël Metz,   zeven en zestig jaar
Aaltje Meijer,   vijf en zestig jaar
Frouwke Meijer,   vijf en vijftig jaar
Jozef Meijer,   zeven en zestig jaar
Levie Meijer,   negen en vijftig jaar
Louis Meijer,   zes en vijftig jaar
Regina Meijer – Cohen,   zeven en zestig jaar
Frouwke Meijers – Goldsmith,   vijf en zeventig jaar
Rebekka Julia Mogendorff – van Dam,   negen en veertig jaar
Lea van Moppes – Meijer,   één en zeventig jaar
Amalia Mozes – Goldsmith,   vijf en zestig jaar
Jozephina Mozes – Meijer,   negen en vijftig jaar
Kaatje Müller – Benninga,   negen en vijftig jaar
Rosette Neerduin,   vier en veertig jaar
Anna Nieweg,   zeven en veertig jaar
Marcus Nieweg,   vier en tachtig jaar
Sara Philipson – Hoogstraal,   twee en zestig jaar
Jacobus Daniël Poll,   zes en vijftig jaar
Cornelia Pool – Metz,   vijf en zestig jaar
Perlina van Praag – Eckstein,   drie en zestig jaar
Rozette Santen – Meijer,   twee en vijftig jaar
Bonnem Simmeren,   zeventig jaar
Leentje Simons – Gans,   vier en vijftig jaar
Klaartje Simons – Meijer,   zes en zestig jaar
Emietje Stoppelman – Benninga,   zes en veertig jaar
Frouwke Swaab – Meijer,   vijf en vijftig jaar
Hanna Tof – Woudstra,   acht en zeventig jaar
Betje Turksma – Benninga,   acht en vijftig jaar
Rozette Turksma – Benninga,   zes en vijftig jaar
Betje van der Velde – Akker,   zes en zeventig jaar
Jacoba Velleman – Goldsmith,   vier en zestig jaar
Judik Vervooren – Meijer,   zeven en vijftig jaar
Elena Vissel,   vier en dertig jaar
Jacob Jozef Vissel,   zeventien jaar
Jakob Vissel,   acht en dertig jaar
Jozef Vissel,   acht en zestig jaar
Karel Vissel,   zeven en vijftig jaar
Abraham de Vries,   negen en twintig jaar
Comprecht de Vries,   vijf en vijftig jaar
Essie de Vries,   zestig jaar
Israël de Vries,   zestien jaar
Izaäk de Vries,   twee en vijftig jaar
Jacob Comprecht de Vries,   zeven jaar
Michiel de Vries,   vier en vijftig jaar
Sophie de Vries,   negen jaar
Sophius de Vries,   veertien jaar
Betje de Vries – van der Hal,   negen en vijftig jaar
Lucretia de Vries – van der Hal,   zestig jaar
Mina de Vries – de Vries,   vijftig jaar
Mietje Walg – Hoogstraal,   vijftig jaar
Regina Wallega – Palm,   zeven en zestig jaar
Abraham Woudstra,   negen en vijftig jaar
Cookieinstellingen