WinsumNieuws ontving vandaag onderstaande brief van ex-wethouder Jaap Hoekzema.
Winsum, 11 mei 2016
Open brief aan de raadsleden
Mevr. A. van Bolhuis en mevr. L. Bandsma
Geachte dames, leden van de fractie van Gemeentebelangen Winsum,
Gisteren was ik (en met mij vele anderen) aanwezig bij de vergadering van de raad van de gemeente Winsum.
Eén van de onderwerpen was de beëdiging van dhr. A. Molenhuis als lid van de raad. Een bijzonder moment voor hem persoonlijk, maar minstens zo belangrijk de opvulling van een opengevallen plaats binnen het hoogste bestuursorgaan in de gemeente Winsum.
Tot mijn verbazing, zo niet verbijstering, hebben alle aanwezigen kunnen zien dat u beiden niet bereid was dhr. Molenhuis een hand te geven en hem te feliciteren met zijn raadslidmaatschap.
Laat staan dat u de wens uitsprak samen met hem en de andere raadsleden ‘het beste er van te willen maken’. Daar zit u toch voor in de raad van de gemeente Winsum?
Lid zijn van de raad is een hoge en tevens een openbare functie. De legitimatie daarvoor is o.a. op basis van het resultaat van openbare verkiezingen. Je komt niet zo maar in een raad.
Als raadsleden vertegenwoordigt u vele kiezers en neemt in alle openbaarheid besluiten ten behoeve (van de inwoners) van de gemeente Winsum.
Het is dan ook niet meer dan passend bij uw functie dat u in het openbaar uitlegt welke argumenten u heeft om een mederaadslid te weigeren de hand te drukken en hem te feliciteren met zìjn openbare functie.
U handelde dinsdag in alle openbaarheid en daarom heeft de samenleving recht op een publieke verantwoording.
Naast het innemen van standpunten, het nemen van verstandige besluiten en de morele plicht tot het geven van publieke verantwoording is er ook nog zoiets als ‘politieke mores’.
Verhoudingen en meningsverschillen over allerlei onderwerpen horen er niet toe te leiden dat u als lid van het hoogste orgaan in de gemeente Winsum elkaar niet wilt begroeten en/of succes wensen.
Ook op basis van mijn persoonlijke ervaringen kan ik u zeggen dat leden van de raad die ‘mij niet zagen zitten’ steeds mij en ik hen de hand drukten bij vergaderingen. Soms met gemengde gevoelens maar wel met respect voor elkaars rol en positie.
Zo gaat dat in Nederland. Dat is een groot goed om vast te houden.
Op het moment dat wij willens en wetens weigeren elkaar de hand te drukken is er iets grondig mis! Dat is een gemeenteraadslid onwaardig en past niet bij uw openbare functie. Kunt u alstublieft ons uitleggen waarom u de heer Molenhuis geen hand wilde geven?
Misschien dat u daarbij wilt ingaan op drie aspecten:
- Wat heeft dit met de persoon van dhr. Molenhuis te maken?
- Waarom denkt u dat u met uw handelwijze de gemeente Winsum dient?
- Vindt u het niet-geven van een hand een verrijking en/of versterking van het openbaar bestuur?
Jaap Hoekzema
p.s.
Ongetwijfeld is het medium waarin deze brief staat bereid uw antwoord integraal op te nemen.
Of anders misschien een verklaring in de volgende raadsvergadering. Daar waar u uw dure plicht in het belang van Winsum hebt te vervullen.
